|
IDENTITEIT: orde: Scorpaeniformes; familie: Scorpaenidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1829, door G. Cuvier, als Pterois radiata in Cuv. & Val. Hist. Nat. Poiss. 4:369. |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: sierlijke koraalduivel |
|
MAXIMALE GROOTTE: kan tot 25 cm bereiken |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: onbekend |
Goed houdbare soort |
HOUDBAARHEID: men noemt hem ook wel "de egel van de warme zeeën" omdat zijn vinstralen naaldvormige stekels zijn. De rugstekels staan, zoals bij zijn soortgenoten, in verbinding met gifklieren en vormen zo een geducht afweerwapen tegen alle belagers. Geen snelle zwemmer, maar als hij met de vinnen gespreid door het aquarium zweeft op zoek naar een prooi, dan is hij fascinerend "mooi". |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
7,8 - 8,4 |
|
Temperatuur °C |
|
23 - 28 |
|
Dichtheid |
1,024 |
1,022 - 1,026 |
|
|
|
VERSPREIDING: Rode Zee, Indische en Stille Oceaan. |
|
|
|
BIOTOOP: van de Rode Zee tot in de Indische en Stille Oceaan op riffen, lagunen en koraalriffen |
Schuilplaatsen voorzien |
GEDRAG: hij heeft behoefte aan een aquarium met enkele ruime schuilplaatsen - een grot of overhangende koraalformaties. Hij hangt daar met de kop naar beneden en de vinnen deels tegen het lichaam gedrukt. Komt er een grotere vis in zijn nabijheid, dan richt hij zijn vinnen en rugstekels op. Zijn activiteit ontplooit hij veeleer 's avonds of in de vroege morgen. Kleine vissen en garnalen kunnen wij niet in zijn gezelschap houden daar hij deze als voedsel zal aanzien. Enkel grote, rustige vissen komen in aanmerking om hem gezelschap te houden. |
Levend voedsel, maar ook diepvries |
VOEDSEL: het zijn rovers! Kleine vissen en kreeftachtigen zullen ze niet versmaden. Dit kan nogal "prijzig" worden. Daarom moet men ze diepvriesvoedsel aanbieden dat ze na enige gewenning toch zullen accepteren. Niet overdadig veel voederen. Wil men van hen enige activiteit verwachten, dan mag men ze niet te veel voedsel aanbieden. |
|
KWEEK: |
|
BIJZONDERHEDEN: |