Men
vraagt ons wat ... |
Geachte A.W.-redactie,
Behoorlijk wat baardalggroei in mijn bak, zoals U beschreef in het decembernummer '98. Ik heb indertijd "voedingsbodem" aan mijn aquariumzand toegevoegd. Dit heb ik er nu, volgens uw raad aan die meneer uit Nederland, zorgvuldig uitgehaald. Het leek wat te helpen maar met het frequent waterverversen is de baardalg weer behoorlijk toegenomen. Het lijkt me dus al met al toch niet zo een goede raadgeving te zijn. Ik vervang normaal maandelijks een kwart van mijn aquariuminhoud door een gelijke hoeveelheid putwater. Nu, met die drastische waterverversing, heb ik in het begin leidingwater gebruikt en toen dit geen resultaat had, terug putwater. Het verwachte gevolg bleef echter uit.
Graag enige suggesties om mijn aquarium algvrij te krijgen? Bijgevoegd: waterstalen van mijn aquarium, mijn leiding- en putwater en een blad van een Echinodorus radicans met algen.
G.V.M. - Rupelmonde. |
In mijn uitgebreid antwoord aan die meneer uit Roosendaal over het baardalgcomplex heb ik reeds gestipuleerd dat ze het moeilijkst onder controle te brengen zijn. In de periode dat we intensief aan die problemen werkten hebben we meer dan 700 wateronderzoeken uitgevoerd waarvan ruim 400 in zoetwateraquaria. Nooit hebben we tweemaal dezelfde resultaten kunnen noteren. Elk aquarium is m.a.w. uniek in zijn watersamenstelling. En die samenstelling is in de tijd uitgetekend ook nooit constant. Dat komt omdat het water in een aquarium een levend element is. De biomassa die erin huist (bacteriën, algen, planten, vissen) zorgt dat er dagelijks, elk uur, elke minuut, elke seconde verschillende biologisch-scheikundige processen plaatsvinden die het water voortdurend van samenstelling doen wijzigen. Dat wil zeggen dat elk wateronderzoek slechts een momentopname is. Het zou dus eigenlijk een beetje dwaas zijn om uw handelingen precies op die gegevens te baseren. Immers, wanneer we enkele dagen later opnieuw meten dan worden er weer andere waarden opgetekend.
Toch kan elk wateronderzoek voldoende gegevens opleveren om uw juiste gedragslijn te bepalen bij het formuleren van de controlemaatregelen. Lees in dit verband nog eens het artikel dat ik in november 1997 in het feestnummer van Aquariumwereld hierover geschreven heb. In korte lijnen komt het erop neer dat het bepalen van het ammoniumgehalte, zowel van het aquariumwater als van het water dat het filter verlaat, de falende oorzaken kan aanduiden die blauwwieren als gevolg kunnen hebben. Een juiste actie kan hieruit gemakkelijk gereduceerd worden. Bij het opttreden van zweefalgen, draadalgen en het baardalgcomplex (zie foto)
Een blad van Echinodorus radicans met baardalgcomplex. De gele tint wijst meteen op magnesiumgebrek. Jammer genoeg is het blad al sterk gedegenereerd. Ik vermoed dat het dus één van de oudere bladeren is. In dit stadium kunnen we niet meer vaststellen wat de oorzaak van het magnesiumgebrek is en of er zelfs echt magnesiumgebrek is. Daarvoor hebben we een jonger blad nodig. De wateranalyse zal uitein-delijk definitief uitsluitsel geven.
(Foto: Peter de Batist)
|
moet minstens het nitraat- en fosfaatgehalte gemeten worden. Gelijklopend hiermee moet het calcium-, het magnesium-, het mangaan- en het ijzergehalte bepaald worden. Bij al deze analyses komt het er minder op aan dat ze pijnlijk nauwkeurig meten dan wel dat ze bij herhaling telkens dezelfde uitkomst geven. M.a.w. ze moeten betrouwbaar zijn. Een analyse tot op 2 decimalen nauwkeurig is misschien wel interessant voor een chemicus, maar hoegenaamd geen must voor een aquariaan. Het is immers de orde van grootte die van belang is voor het bepalen van de te nemen acties. Nitraat- en fosfaatgehalte zullen in een normaal functionerend aquarium steeds een stijgende lijn vertonen. In den regel worden stikstof en fosfor in één of andere vorm door planten opgenomen, maar de productie in een aquarium ligt meestal veel hoger dan de aanwezige planten kunnen verwerken. Het is dát overschot dat door het baardalgcomplex terug naar lagere waarden wordt gebracht. Calcium, magnesium, mangaan en ijzer daarentegen, zijn elementen die door de plant benut worden. Het zijn deze elementen die samen met koolstof de opbouw van de cellen realiseren. Die worden slechts in geringe mate aan het water toegevoegd via bacteriologische afbraak. Het verbruik zal dus altijd hoger liggen dan de aanvoer. Vandaar dat we via onze wateranalyse hier een gebrek kunnen opsporen, en achteraf dus ook corrigeren.
Op deze manier zijn we ook in uw geval te werk gaan. Want aangezien de twee maatregelen die u genomen hebt niet het beoogde resultaat boekten moesten we gewoon een stapje verder gaan.
De analyse van uw waterstaaltjes gaf volgende resultaten:
|
aquarium |
leidingwater |
putwater |
pH |
7,4 |
7,8 |
8,5 |
GH |
14°dH |
21°dH |
15°dH |
KH |
1°dH |
7°dH |
22°dH |
Calcium |
90 mg/l |
120 mg/l |
52 mg/l |
Magnesium |
6 mg/l |
17 mg/l |
30 mg/l |
Fosfaat |
18 mg/l |
7 mg/l |
15 mg/l |
Nitraat |
40 mg/l |
8 mg/l |
30 mg/l |
Ijzer |
0 mg/l |
0,03 mg/l |
0 mg/l |
Mangaan |
0 mg/l |
0 mg/l |
0,01 mg/l |
Dat is wat we noemen een "mooie" analyse. Slechts zelden spreken de gegevens zulke duidelijke taal. We kunnen het volgende hieruit afleiden:
- een duidelijk magnesiumgebrek. Niet alleen in uw aquarium maar ook in de beide watersoorten die u als vervangingswater aanwendt. In de natuur bedraagt het magnesiumgehalte ongeveer 1/3 van het calciumgehalte. In uw aquarium is dat nog geen 10 %! Tegen hun wil onder water groeiende moerasplanten zoals o.a. Echinodorus, Microsorium, Hygrophila, zijn bij magnesiumtekort bijzonder gevoelig voor de algen van het baardalgcomplex.
- een te hoog nitraat- en fosfaatgehalte. Eveneens in de beide vervangingswaters. Het is dus logisch dat uw waterverversing niet direct effect heeft. Deze hoge waarden zorgen ook voor een groeirem op uw planten..
- de sporenelementen (mangaan en ijzer) zijn volledig opgebruikt en ontbreken nagenoeg in het vervangingswater. Mangaan en ijzer zorgen ervoor dat magnesium behoorlijk door de planten wordt opgenomen. Het is jammer, maar noch uw leiding-, noch uw putwater heeft geschikte aquariumeigenschappen. De enige raad die ik u in dit geval kan geven is, gebruik te maken van osmosewater (eventueel via een lid van uw vereniging), verrijkt met de verschillende ontbrekende mineralen. Er bestaan in de handel diverse preparaten (Rowa-Plus, Osmo-Cell) om van dit zeer zuivere water terug een levensvatbare vloeistof te maken.
Om een goede groei van de planten te waarborgen, streef ik steeds naar een magnesiumgehalte dat gelijk is aan het calciumgehalte. Dat verhoogt inderdaad de GH maar planten zullen dat snel terugregelen wanneer ze opnieuw behoorlijk groeien. Ze onttrekken dan niet alleen magnesium, maar ook calcium aan het aquariumwater. Dat proces kan ook alleen maar plaatsgrijpen wanneer de sporenelementen mangaan en ijzer in voldoende mate aanwezig zijn. Een andere plantenremmende factor is het hoge nitraat- en fosfaatgehalte. Een vicieuze cirkel dus. Eens die hoge waarden gereduceerd moet U wekelijks de speciale plantenvoeding, die in vele verenigingen aan de leden wordt aangeboden (formule Strong heeft 60 % toegevoegd magnesium), gebruiken om de groei van uw planten opnieuw concurrentieel te maken, ten overstaan van de algen.
Veel succes! |
|