Vist BBAT

Maandblad voor de aquarium-, terrarium- en vijverliefhebber
Visit BBAT
(Ga terug met de knop "Vorige")
Publicatie
Jaargang 52/04:104
Onderwerp Voedseldieren - Buffalowormen
Men vraagt ons wat ...
Ik heb besloten wat meer levend voer aan mijn vissen te geven. Het leek me echter dat, met wat ik in de winkel kan aanschaffen, ik niet zo gek ver kwam. Want buiten Tubifex en "vers de vase" is er slechts sporadisch wat aanvoer van zakjes Artemia en witte muggenlarven. Via enkele kennissen heb ik dan zelf maar een kweekje enchytreeën en fruitvliegjes opgestart. Met de fruitvliegjes valt dat wel mee maar van de enchytreeën moet je toch lang wachten eer er voldoende zijn om enkele malen per week te kunnen voeren. Daarom ging ik op zoek naar andere, gemakkelijk kweekbare voedseldieren. In de BBAT-Voedselatlas die jaren geleden door de heren Briers en Voet werd gepubliceerd, ontdekte ik achteraan ook een aantal kweekrecepten. Eén ervan intrigeerde me. De schrijver had het over buffalowormen (Alphitobius ovatus - laevigatus), een kleine uitvoering van de bekende meelworm. In dat hoofdstukje wordt verteld dat ze ook aan vissen gevoerd kunnen worden. De generatietijd leek me ook nogal redelijk: 5-6 weken. Alleen gaf de schrijver een nogal onpraktische methode om de wormpjes uit de kweekdoos te krijgen. In de index van de voedselatlas ontdekte ik dat U de schrijver van het bewuste hoofdstukje was. En omdat U de naam hebt dat men alles aan U kan vragen borrelden er onmiddellijk een (groot) aantal vragen bij mij op. Geeft U dat werkelijk aan aquariumvissen? Waar kunnen die wormpjes aangeschaft worden? Mijn aquariumwinkel heeft er blijkbaar nog nooit over gehoord en betwijfelde ronduit of vissen ze wel zouden eten. Bestaat er geen eenvoudiger kweekmethode? Het lijkt me nogal gek dat ik voor het kweken van die wormpjes een hele broedkast zou moeten bouwen. Is er geen eenvoudiger methode om de wormpjes uit de kweekdoos te halen? Kan je ze zo levend aan vissen geven en zullen ze zich dan misschien niet vastbijten in de darm of binnenin de bek? Zijn ze niet te vervettend, zoals van meelwormen en enchytreeën bekend is? En is de grote hoeveelheid chitine die de vissen hiermee binnenkrijgen niet schadelijk voor hen? Tenslotte kunnen we dit toch geen echt natuurlijk voer noemen!
Zoals U ziet heb ik blijkbaar meer vragen dan misschien wel goed is. Toch nog één laatste vraag: kent u nog andere eenvoudig kweekbare insecten die zonder al te veel problemen aan vissen kunnen gegeven worden?
G.V. - Wilrijk
Gefeliciteerd met uw besluit om uw vissen voortaan meer levend voedsel te verstrekken. Beter nog zou zijn ze uitsluitend levend voedsel te geven maar ik wil uw goede wil niet al te zeer belasten. Ikzelf heb dat besluit evenwel reeds meer dan twintig jaar geleden genomen en daar nog geen moment spijt van gehad. De enige uitzondering hierop vormde het toedienen van Spirulina-vlokkenvoedsel aan de vissen die, vanuit dieetstandpunt, behoefte hebben aan groenvoer.
Laat ons van start gaan met enige toelichting bij uw vragen.
Buffalowormen, (foto 1) de larven van de tarweschimmelkever (Alphitobius diaperinus PANZER, 1796) (*) zijn niet alleen uitstekend voedsel maar hebben nog enkele andere, bijkomende, eigenschappen. Vooreerst kunnen ze in een plastic doosje, zonder voedselsubstraat, en in het licht geplaatst, geruime tijd probleemloos in leven blijven, zonder dat de verpopping intreedt. Verder blijven ze een tijdje drijven. Een eigenschap die door kongozalmen en andere oppervlaktevissers erg op prijs wordt gesteld. Buffalowormen kunnen in elke dierenspeciaalzaak die ook reptielen en amfibieën verkoopt aangeschaft worden. Ze zijn daar soms zó zuiver te koop en kunnen dan direct gevoerd worden. In andere winkels zitten ze dan weer in doosjes met wat tarwezemelen een of ander substraat dat dan eerst moet afgezeefd worden met een fijne keukenzeef. Als u ze echter zelf wilt kweken dan is het misschien beter om bij iemand die ze al jaren kweekt een schepje uit een kweekdoos te vragen. Daarin zitten namelijk niet alleen volgroeide wormpjes maar naast de verschillende jongere stadia ook nog kevertjes en zelfs eitjes. Met zo een enting hebt u vanzelfsprekend sneller een productieve kweek lopen. Verder raad ik u ten stelligste aan om na 3 weken een tweede kweekdoos op te starten op dezelfde manier. Zeker wanneer u van zin bent om regelmatig uw aquariumvissen op dit feestelijke voedsel te trakteren.
Wat de kweekmethode betreft, die is natuurlijk geëvolueerd. Zoals in de voedselatlas beschreven, kan de kweekdoos met inhoud nog opgebouwd worden (5 cm kuikenmeel) maar ik heb nu wel andere ideeën over de vochtigheidsgraad. Alles moet namelijk zo droog mogelijk gehouden worden omdat u dan veel minder kans hebt om een overrompeling door mijten mee te maken. De mijt die de kweken infesteert (Tyrophagus putrescentiae) is namelijk nogal gediend met een gezellig hoge vochtigheid in een warme atmosfeer. Ik houd daarom alles zo droog mogelijk en de enige bron van vocht zijn de appels die ik als bijvoeding verstrek. Verder houd ik de temperatuur op krap 25 °C. Tenslotte zoek ik een goed geventileerde plaats. Mijten houden namelijk niet van luchtbeweging en in de kweekkast die ik nu in gebruik heb werd gewoon een oud computerventilatortje geïnstalleerd. Die bestaan in een 220 volt-versie en kunnen dan samen met de verwarmingsbron aan de thermostaat gekoppeld worden. Niet alleen zal de verwarming dan sneller overal rondgevoerd worden maar de lucht gaat dan op geregelde tijdstippen goed door elkaar gemengd worden. En alhoewel u nog mijten zult opmerken zullen ze haast nooit meer tot belangrijke populaties uitgroeien. Een kweekkast is verder nog nuttig om uw fruitvliegjes in te kweken. Als u ze nu op kamertemperatuur kweekt dan zult u snel merken dat "ietsje warmer" veel betere resultaten geeft. Verder kunt u er ook meelwormen en wasmotten in kweken. De larven en rupsen hiervan kunnen ook zonder problemen aan grotere vissen aangereikt worden. Ik geef zelfs af en toe krekels aan mijn vissen (die ik ook in die kweekkast houd!).
Wat betreft het scheiden van de buffalowormen van het substraat, hanteer ik momenteel een snelle methode met uitstekend resultaat. Met een goede verhouding tussen arbeid en opbrengst zogezegd. Ik heb namelijk vele jaren deze wormpjes gekweekt voor de terrariumhandel. Daardoor heb ik hun gedrag uitstekend leren kennen. Vooreerst, zijn de wormpjes nachtactief. Dat wil niet zeggen dat je ze overdag niet ziet rondkruipen, maar blijkbaar zijn ze in de loop van de nacht meer bereid om samen te werken. Het scheiden van de larfjes uit het substraat gebeurde in die professionele periode door middel van 2 soorten zeven. Eerst werd de kweekdoos door een fijne zeef gehaald. Wat daar uit kwam ging terug in de doos. Het restant in de fijne keukenzeef werd dan door een grove zeef, met openingetjes van 1,5-2 mm, gekieperd en die werd eigenlijk opgehangen boven een witte plastic schaal. De wormpjes en ook wat kevers wurmden zich naar beneden, met het idee van zich in veiligheid te brengen, maar kwamen dan door de zeef in de plasticbak terecht. Daar kropen ze dan samen in een hoekje en werden met een lepel massaal uitgeschept. Dat hele gebeuren bleek echter onmogelijk tijdens de dag. Ze bleven op een of andere manier in het substraat en weigerden door de zeef naar beneden te vallen. Nadat ik de professionele kweek had opgegeven en geen behoefte meer had om dagelijks (of nachtelijks) gigantische hoeveelheden wormen te oogsten, zocht ik een bescheidener en minder arbeidsintensieve manier van verzamelen. Ik geloof dat iemand me ooit de hint had gegeven om een potje in het voedselsubstraat in te graven zodat de rand er ongeveer gelijk mee loopt. Op die manier vangen onderzoekers ook allerlei invertebraatjes in een bos. Maar omdat ik geen potje vond met precies die hoogte nam ik een hoger bokaaltje en daarop dan enkele "trapjes" gehaakt die uit een strookje metaalgaas geplooid werden (foto 2). Het gaas dat ik aanvankelijk gebruikte was z.g. radiatorgaas, maar het werkt zelfs met de fijnste gaassoorten. Het resultaat was verbluffend! Na de eerste nacht lag het bokaaltje vol met zuivere buffalowormen en kevertjes. Dat werd dan in de fijne keukenzeef gegooid om de wormen van de kevertjes te scheiden. Ook dat doen ze zelf! De kevertjes kruipen naar boven, naar de plastiek rand van de zeef en de wormpjes blijven beneden gezellig samen door mekaar wriemelen (foto 3). Uiteraard worden buffalowormen levend gegeven aan vissen maar ik denk dat ze ook in diepgevroren toestand wel zullen genomen worden. Alle vissen nemen deze insectenlarven graag aan en bij mij is het een basisvoeder. Het idee over vetten is nieuw voor mij. Ik geloof namelijk dat dit totaal geen kwaad kan als u niet te veel voedert en vooral veel afwisselt met andere elementaire voedingselementen. Dat chitine nadelig voor de gezondheid zou zijn is helemaal te gek. Maagonderzoek van vissen in de vrije natuur leerde ons dat het merendeel van hun menu precies uit insecten bestaat en ze derhalve ook de nodige enzymen hebben om chitine te verteren. Chitine bezit verder dezelfde energetische waarde als de plantaardige vezels die in droogvoer verwerkt werden.
Nog een laatste tip voor zij die met buffalowormen willen starten: gebruik als bijvoeding appels van het ras "Boskoop" of "Renet". Met deze, vitamine C-rijke appel, loopt de kweek opmerkelijk sneller. Verder moet u ervoor zorgen dat, wanneer ze aan reptielen en amfibieën worden verstrekt, ze niet in het terrarium kunnen ontsnappen (foto 4).
Tenslotte kan ik als prima voer voor siervissen ook nog de "krulvlieg" aanbevelen. Een omstandig kweekverhaal vindt U in de 43ste jaargang van Aquariumwereld (1990), blz. 26.

(*) De twee, in de voedselatlas vermelde namen zijn synoniemen!

Foto 1 - Buffalowormen vormen een ideaal basisvoer voor reptielen, amfibieën en vissen.
(Foto: Peter de Batist)

Foto 2 - Wormpjes en kevertjes kruipen 's nachts via de "trapjes" in het bokaaltje.
(Foto: Peter de Batist)

Foto 3 - De kevertjes kruipen (meestal) omhoog in de zeef en de larfjes blijven (meestal) beneden. Ze scheiden zich dus zelf en besparen de kweker uren uitzoekwerk.
(Foto: Peter de Batist)

Foto 4 - Voor reptielen en amfibieën moeten de wormpjes in een keramieken voederschaaltje toege-diend worden. Kleef daarin met epoxy een gaas-strook of -vinger. In het terrarium ontsnapte larven kunnen kurkschors en andere zachte houtsoorten aanboren.
(Foto: Peter de Batist)