U treft het. Ik ben eigenlijk een "specialist" op het gebied van plantenloze aquaria. Dat zijn dan wel altijd speciaalaquaria zoals een "Kongo-aquarium" of een "grottenaquarium" dat ik op tentoonstellingen ingericht heb. Toegegeven, het zijn geen bestendige realisaties. Ze worden na hooguit veertien dagen terug afgebroken. Wat u echter zoekt, is informatie over een probleemloos bestendig aquarium, zonder planten. Om uw vragenwaterval – zo zorgvuldig als ik zelf zou willen – te beantwoorden, heb ik de overige pagina's van Aquariumwereld óók nog nodig. Omdat dat natuurlijk niet kan, zal ik pogen de hoofdlijnen van dergelijk project, in een zo logisch mogelijke volgorde, in dit korte bestek neer te pennen. Hopelijk volstaat het om uw fantasie, binnen de gestelde limieten, voldoende te stimuleren om het plantenloze aquarium van uw dromen te realiseren.
Een grotaquarium met de holenvorm van Astyanax fasciatus mexicanus. In het aquarium werden voornamelijk stenen gebruikt die uit echte grotten afkomstig zijn. De belichting is uiterst schaars en met blauw TL-licht. Planten kunnen hierin uiteraard niet en er wordt schaars en uitsluitend met levende insecten gevoederd.
(Foto's : Peter de Batist) |
Tilapia tholoni uit de Kongostroom graasde uit mijn showaquarium 90 % van de beplanting weg (met inbegrip van Anubias nana) eer ik hem naar een plantenloos aquarium ver-bandde. Hij wordt nu, naast regenwormen en insecten, gevoed met Hydrocotyle leucophylla die rijkelijk op mijn droogfilter wordt "geproduceerd". |
Maag- en darmonderzoek bij pas gevangen Centraal-Afrikaanse meervallen Synodontis angelicus leerde ons dat hij naast insecten ook planten, groene, rode, blauwe en kiezelwieren op het menu heeft staan.
|
Punt 1: de keuze van de vissen.
Ik begin hier mee omdat ik dan meteen een paar van uw understatements kan ondermijnen. Vele vissen zijn als het ware voorbestemd om in een plantenloos aquarium verzorgd te worden. We bedoelen dan niet direct de gravers onder de cichliden, die er een zeer apart idee over tuinarchitectuur op nahouden. U weet waarschijnlijk ook wel dat er in die familie, maar ook bij de karperzalmen, talloze grazers zijn die als een koe doorheen de fraaiste plantenbestanden happen. Bij hen zijn planten dus ongewenst. Ja toch? Nee, natuurlijk niet! Ze zijn voor hen gewoon onmisbaar als voeding. Om deze vissen dan – simplistisch – met groene droogvoervlokjes af te schepen, vind ik gewoon pure wreedheid. Echt helemaal af van planten komt u nooit. Opteert u bijvoorbeeld voor een langwerpig aquarium, met zeer sterke doorstroming als rivierbiotoop voor meervallen, weet dan dat de meeste – naast planten – ook algen eten en dat die dan ook moeten voorzien worden.
Ik zal u nog een concreter voorbeeld geven. U wilt, net zoals de meeste liefhebbers, van die "lelijke algen" af. Het is natuurlijk maar hoe u dat bekijkt en dat bedoel ik dan letterlijk, want u "ziet" hier alleen maar het visueel "verdraagbare". Vele Tanganyika-cichliden zijn namelijk precies op dit soort plantaardig voedsel aangewezen.
Bij de algetende Tanganyika-cichliden is het gebit en de skeletopbouw aan deze levenswijze aangepast (A). Op de onderkaak staat een groot aantal stifttandjes (B) die de algen als het ware van de rotsen "borstelen". (naar Yamaoka, 1987)
(A) het (korte) darmkanaal van een "normale" cichlide en (B) het (verlengde) darmkanaal van een algeneter. ( C ) toont een larve van een algeneter die met een normale darm geboren wordt. In de loop van de eerste levensweken zal dat darmkanaal gevoelig verlengen. (naar Yamaoki, 1984)
|
Hoewel baarsachtigen, en dus per definitie karnivoor, zijn er toch heel wat soorten bij waar het gebit (fig. 1) en zelfs het hele spijsverteringskanaal (fig. 2), is aangepast aan het verteren van algen. Introductie van dergelijke vissen in een met stenen gedecoreerd aquarium heeft dus vele implicaties. Die vissen moeten namelijk plantaardige elementen in hun voeding hebben onder de vorm van met algen begroeide rotsen, of ze krijgen de meest vreemde stofwisselingsgebreken, waarin een bijvoeding met Spirulina-vlokken enige verlichting kan brengen. Bovendien vervullen algen in een aquarium een zeer onderkende, maar niet te onderschatten rol. Vooral in een onbeplant aquarium binden ze zelfs beter dan planten dat zouden kunnen, fosfaat en nitraat. Twee "afval"producten die het gevolg zijn van een doeltreffende filtering.
Punt 2: het aquarium.
Alle aquaria uit het normale commerciële circuit hebben totaal foute afmetingen. Een aquarium zonder planten handhaven gaat m.i. enkel als u een aquarium op maat bestelt. Dit om twee zeer belangrijke redenen. Om te beginnen kunt u dan zorgen voor een overloop die, steeds via een geboord gat, in de bodem moet gerealiseerd worden. Via dat overloopsysteem kan gebruik gemaakt worden van een ruim biofilter onder het aquarium. Ten tweede kan er dan voor gezorgd worden dat de breedte van het aquarium groter is dan de hoogte. Een waterpartij met een grotere oppervlakte in verhouding tot het volume is sneller in evenwicht en heeft zelden problemen met de zuurstoftoevoer. Omdat de planten hierin geen aandeel voor hun rekening kunnen nemen is dat een niet te verwaarlozen aspect. Zorg dus voor een aquarium met een hoogte van 45, maximaal 50 cm en een minimale breedte (diepte) van 60 cm.
Punt 3: het filter.
Dat moet wat aankunnen! De doeltreffendheid van het filter bepaalt namelijk of de hoeveelheid vissen die u in uw plantenloos aquarium herbergt, dit ook zonder gezondheidsrisico kunnen doen. Let wel, ik zeg duidelijk: "de doeltreffendheid" en niet "het volume" van uw filter. Die twee begrippen zijn immers geen synoniem. Belangrijk is namelijk dat het filter continu zijn taak blijft uitvoeren en dat er geen oponthoud of vertraging in de doorstroming ontstaat. Die opdracht is heel eenvoudig. Van het afval dat in uw aquarium wordt geproduceerd door de vissen, dat eiwitten, vetten en koolhydraten omvat, worden door bacteriën enkele gevaarlijke, maar vervolgens ook enkele, redelijk onschadelijke, stoffen gemaakt. Juist! Het eerder genoemde fosfaat en nitraat. Hebt u de ruimte dan zou ik beslist opteren voor een biofilter onder het aquarium. Het kan zeker ook met een kwalitatief goed en ruim potfilter, met een strikt onderhoudsschema. De bioblok-systemen kan ik helaas niet aanbevelen. Hun biologische afbraakcapaciteit is echt te klein. Trouwens, geen enkel systeem van binnenfilter kan de gestelde opdracht tot een goed einde brengen.
Punt 4: het water.
Dit is nauw aan de keuze van de vissen gebonden. U weet onderhand wel dat vissen uit de Afrikaanse meren (waar nauwelijks planten voorkomen) hard water wensen en die uit de Amazone (waar we ook gigantische zones zonder één enkel plantje vinden) dan weer zacht water verlangen. Het is zelfs zo dat we in een plantenloos aquarium het water precies op de vissen kunnen afstellen en dat zelfs vrij eenvoudig zo kunnen handhaven. Immers, de planten, zullen door hun groei het gehalte aan opgeloste mineralen dagelijks wijzigen. Met andere woorden, we móeten van deze gelegenheid gebruik maken om het water aan de vissen aan te passen en hun zo optimale leefkansen te bieden. Een gezelschap vissen uit verschillende soorten water is vanzelfsprekend sterk af te raden.
Punt 5: de visbezetting.
Zoals eerder gesuggereerd hangt het een beetje van uw filter en uw aquarium af welke densiteit aan vis er in een goeddraaiend systeem probleemloos kan gehandhaafd worden. Als het over een definitie van overbevolking gaat dan kan ik alleen maar de regel van Murris (nogmaals) citeren.
NOOIT PECH-aquaria = 1 GRAM VIS OP 5 LITER WATER
ALTIJD PECH-aquaria = 1 GRAM VIS OP 1 LITER WATER
ELLENDE-aquaria = 5 GRAM VIS OP 1 LITER WATER
Zelf geeft Murris aan dat een gemiddelde van 1 gr vis op 3,5 l water een goed streefgetal is in een plantenaquarium. We zullen de 1/5 verhouding voor een plantenvrij aquarium dus maar als een veilige marge beschouwen. We gaan met deze regel als volgt om: bij de berekening gaan we er van uit dat 1 gr vis gelijk is aan 1 cm³ vis. Vissen "zweven" namelijk in water en dat betekent dat hun soortelijk gewicht hetzelfde is als dat van het omringende milieu. Hetzelfde trucje gebruiken we trouwens ook in het volgende punt.
Punt 6: de voeding.
Aan vissen in een aquarium wordt, doorgaans door de bezitters, een dagelijkse hoeveelheid voedsel verstrekt. Deze wordt vaak empirisch bepaald, met als vage stelregel dat we niet meer mogen voederen dan ze in een bepaalde tijd kunnen verorberen. Deze regel is een grove miskenning van de feiten en een totale onderkenning van het gedragspatroon van de meeste vissen. Het zoeken naar voedsel is namelijk hun voornaamste tijdverdrijf. (Alleen in de paartijd komt dit op het tweede plan!) Dat tijdverdrijf naar bepaalde vaste tijdstippen kanaliseren om hen dan een soort surrogaatvoeder in de muil te werpen, dat volgens de verpakking de vissen precies dát geeft wat ze nodig hebben, lijkt me toch niet echt diervriendelijk. Zoals in een vorige aflevering ook al aangestipt werd, is levend voedsel een – voor de vissen – uiterst attractief alternatief. Wie hier niet aan wil kan verder putten uit het ruime gamma diepvriesvoeders, maar bedenk hierbij dat uitgegroeide vissen in een aquarium slechts een onderhoudsvoeding nodig hebben. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid voedsel niet meer dan 3 tot 5 % van hun lichaamsgewicht mag zijn. Net dát bepalen we dus weer zoals in het vorige punt.
Concreet zouden we dan in een aquarium van 350 l inhoud (b.v. 150 cm x 40 cm x 60 cm) slechts 70 gr vis mogen aantreffen (7 middelgrote vissen) die we dagelijks een 3-4 gr voedsel mogen geven, liefst zoveel mogelijk afwisselend en steeds op een ander tijdstip.
Even samenvatten:
- de keuze van de vissen is belangrijk. Algen zorgen voor de afbouw van nitraat en fosfaat en worden bovendien door vele vissen gegeten;
- het aquarium moet breder (dieper) zijn dan de hoogte en eventueel voorzien worden van een overloop voor een biologisch filter. Hoe ruimer het aquarium hoe minder problemen;
- het filter moet zo geconstrueerd zijn dat de waterstroom nooit onderbroken of vertraagd wordt zodat een constante oxidatie van de eiwitverbindingen gewaarborgd wordt;
- het water kan in een plantenloos aquarium moeiteloos op de vissen afgestemd worden. In de vakhandel zijn hiervoor voldoende preparaten voorhanden;
- overbevolking moet uiteraard vermeden worden. Respecteer de regel van Murris. Als u echt veel vissen wilt zien, koop dan een onderwatervideo van de Malediven;
- een andere garantie voor een probleemloos handhaven van een plantenvrij aquarium is een strenge voederdiscipline voor wat de hoeveelheid betreft. Varieer zoveel mogelijk in aanbod en tijdstip.
Literatuur:
SMIES J.F. & MURRIS H.H. - 1955(?) - Water: In het Aquarium en in de Natuur - Het handboek voor de Aquariumliefhebber - Deel 13 - Hollandia - Baarn.
YAMOAKA K. - 1984 - Intestinal coiling pattern in the epilithic algal-feeding cichlids (Pisces, Teleostei) of Lake Tanganyika, and its phylogenetic significance - Rep. Usa mar. biol. Inst. Kochi Univ. - Vol 6 - Kyoto.
YAMAOKA K. - 1987 - Comparative osteology of the jaw of algal-feeding cichlids (Pisces, Teleostei) of Lake Tanganyika - Rep. Usa mar. biol. Inst. Kochi Univ. - Vol 9 - Kyoto. |