Men
vraagt ons wat ... |
Geachte redactie,
Ik heb me onlangs een groepje vissen aangeschaft in een hengelsportzaak. De winkelier noemde ze gewoon "aasvisjes". Ondertussen heb ik in jullie tijdschrift de juiste naam gevonden: in een artikel van F. Verbeeck werden ze als Pseudorasbora parva aangeduid. De schrijver bestempelde hem als een insluiper van oosterse origine. Buiten mijn interesse voor inlandse vissen als hengelaar, houd ik ze ook wel in een koudwateraquarium. Ik probeer er namelijk zoveel mogelijk over te weten te komen, en het gedrag in een aquarium observeren is beslist leerzaam.
Toen ik de pseudorasbora's in mijn aquarium had losgelaten merkte ik pas dat ze in bedenkelijke toestand waren. Enkele hadden een grote huidonstekingsvlek midden op de rug. Wat me echter het meest verontruste was het feit dat zeker een derde van de vissen, bij nader inzien, een gekromde ruggengraat vertoonde. Toen ik de hengelsporthandelaar daarover een opmerking maakte zei hij iets over inteelt en dat dit bij sommige goudvissen zelfs een gewenste eigenschap was.
Kan dergelijk verschijnsel werkelijk aan inteelt te wijten zijn?
J.V.L. - Ekeren |
Ik heb me altijd al mateloos geërgerd aan de diverse manipulaties van vissen om ze (zogezegd) te "verfraaien". Ik hou van de natuur en van al wat natuurlijk is. Al die sluierstaarten en kleurvormen mogen dan het "vakmanschap" van de kweker onderstrepen, het blijven – vanuit natuurlijk standpunt – ongewenste bemoeiingen met wat ons door de natuur grootmoedig ter beschikking wordt gesteld. Naast kleurslagen en vinvergrotingen, werden de laatste decennia ook nog andere extremiteiten het mikpunt van menselijke manipulatie. Wat vindt u b.v. van het buitensporig verlengde gonopodium van deze Xiphophorus helleri dat zo tot een onbruikbaar attribuut "gereduceerd" werd? Ik ben zeker dat de vis zijn mening over dergelijke ingreep niet gevraagd werd. Hoe problematisch het doorkweken van dergelijke varianten bovendien is, werd me een keer uit de doeken gedaan door ei-levendbarendenspecialist: W. F.A. Jacobs.
Pseudorasbora parva wordt tegenwoordig zeer goedkoop aangeboden, maar in bedenkelijke toestand.
(Foto: Guido Lurquin)
Zou u graag door het leven gaan met extreem grote, maar volslagen onbruikbare, geslachtsorganen? Neen toch? Waarom hebben kwekers dan dit gigantisch gonopodium aan deze Xiphophorus helleri aangekweekt?
(Foto: Peter de Batist)
Deze afschuwelijk vervormde vissen zijn erkende varianten van Carassius auratus. Het bereiken van deze "vorm" als overerfbare eigenschap neemt vele generaties in beslag. Hopelijk is het een spontane mutatie geweest die aan de oorsprong ervan lag en niet een van de vergiftigingen of voedseldeficiënties.
(Foto: Peter de Batist) |
Het visje wordt onder narcose gebracht, het gonopodium wordt gewoon afgeknipt en de hom met een steriele injectiespuit opgeslurpt en vervolgens bij diverse paarwillige wijfjes – eveneens onder narcose – ingespoten.
Ik had vroeger in de lagere school een kameraadje dat een bocheltje had. Vooral tijdens de turnlessen was hij het mikpunt van bijtende spot, zowel van de "leraar" als van zijn klasgenootjes. Ja, kinderen kunnen vaak meedogenloos zijn. Ik was toen zelf veel te bang om me daartegen te verzetten (dat heb ik gelukkig later afgeleerd) maar iedere keer er weer een vinnige opmerking zijn richting uitging, voelde ik me zelf mee geviseerd. Ja, kinderen kunnen ook pijn voelen. Nu nog, elke keer dat ik zo'n goudvis zie met een gekromde ruggengraat, moet ik iedere keer weer, met pijn in het hart, aan dat kameraadje denken.
Carassius auratus, de gewone goudvis is, net als de gup, één van die soorten die zich "dankbaar" laat manipuleren. Het is ook één van de oudste aquariumvissen en de manipulatie gaat dan ook reeds eeuwen terug in de tijd. We mogen aannemen dat het een spontane mutatie geweest is die aan de basis van deze genetisch vaste variant lag en niet door toedoen van één of andere perverse kweker. De eigenschap om zich zo te laten manipuleren is niet bij alle natuurlijke soorten aanwezig. Als we het wat nader bekijken, dan vinden we dat vermogen om nieuwe soorten uit een bestaande soort te laten ontstaan – door mutatie, radiatie of separatie – bij ruwweg de helft van de soorten terug. Een door de natuur getroffen voorziening om de evolutie op gang te houden: nieuwe soorten te laten ontstaan en oude soorten te laten uitsterven (*). In zoverre kan ik begrijpen dat handige kwekers de natuur een handje toesteken door een sluimerende verandering voortijdig op te roepen. Waar ik echter niet volg is de handhaving van vormen die door de natuurlijke selectie uitgeroeid zouden worden. Dat dient noch de zin, noch de kwaliteit van onze liefhebberij. Het verschijnen van "balloonplaty's" en andere kromruggen is echter moeilijk terug te draaien. Als ze aangeboden worden in de diverse dierenspeciaalzaken worden ze door mensen, op zoek naar nieuwigheden, ook gekocht. Het zij zo. Ik vind het van een zekere perversie getuigen om dergelijke mislukkingen van de natuur in leven te willen houden. Voor mij is de natuur mooi genoeg.
Dit alles is echter niet van toepassing op uw pseudorasbora's. Gelukkig maar zult u misschien denken. Ik denk dat u wel snel van gedachten zult veranderen als we de diverse oorzaken van kromme ruggen bij vissen even nader bekijken. In de medische literatuur vinden we twee hoofdoorzaken vermeld voor het optreden van gekromde ruggengraten bij vissen. Enerzijds is er sprake van vergiftiging door zware metalen. Hierbij worden vooral lood en cadmium genoemd. Ik geloof niet dat dit hier het geval is want dan zouden de percentages van de geaffecteerde vissen hoger liggen. In feite zouden alleen de koplopers aan de gevolgen van dergelijke intoxicatie kunnen ontsnappen.
Een tweede hoofdoorzaak wordt gevormd door een aantal gebreken in de voeding. Elke kweker weet dat er voor de opfok van nesten jongbroed niet mag bezuinigd worden op kwaliteit noch kwantiteit van de voeding. Blijkbaar gebeurt dat hier wel. Vermoedelijk met het idee in het achterhoofd dat deze visjes toch een kort leven beschoren is, worden ze blijkbaar met zeer minderwaardig voer opgefokt. Ook weer in de medische literatuur worden drie belangrijke voedingsstoffen opgesomd die, als ze in onvoldoende mate worden aangeboden, een verkromming van de ruggengraat tot gevolg kunnen hebben. Om te beginnen, een gebrek aan fosfor. In dit geval bevat de voeding te weinig dierlijk materiaal (vismeel, kreeftachtigen). Een tweede nutriënt dat hier ter sprake kan komen is tryptofaan. Dit is een essentieel aminozuur. Het moet met andere woorden in de voeding aanwezig zijn, want het lichaam kan het zelf niet aanmaken. Tryptofaan is een precursor (fundamentele bouwsteen) van de vitamine Niacin (vitamine B7) en het belangrijke aminozuur 5-hydroxytryptamine (serotonine) dat een belangrijke neurotransmitter is van het centraal zenuwstelsel bij vertebraten. Tryptofaan komt in heel wat zaden en noten voor maar het meest in de awusa-noot (Tetracarpidium conophorum) en in soja (Glycine max). Tryptofaan-deficiëntie wordt verder in verband gebracht met een verhoogde gevoeligheid van de vissen voor bacteriële huid- en vinontstekingen. Dat is eveneens het geval voor een acuut gebrek aan vitamine C. Ook deze vitamine is één van de oorzaken van rugverkromming.
Wanneer we verder de door u waargenomen huidontstekingen in aanmerking nemen, dan kunnen we redelijk goed de oorzaak van de verkrommingen situeren: gebrek aan tryptofaan en vitamine C. De typisch zadelvormige ontstekingsvlek op de rug (sbd – "saddleback disease" in de medische literatuur) wordt veroorzaakt door Flexibacter columnaris die, zuiver ecologisch gesproken, optreedt bij door stress of ondervoeding verzwakte vissen. Het zou interessant zijn om een groepje met dergelijke afwijkingen te voeden met een meer evenwichtig dieet om de diagnose aan de praktijk te toetsen en om bovendien na te gaan in hoeverre er onherstelbare schade is aangericht.
Tot slot nog even het mechanisme van die verkromming toelichten. Omdat we de hele tijd over deficiëntie of gebreken praten, zou men verkeerdelijk kunnen aannemen dat de verkromming door een kalkgebrek ontstaat. Dat is niet zo. Tryptofaan zorgt integendeel voor een buitensporige kalk-, magnesium-, natrium- en kaliumafzetting in de wervels. Deze groeien daardoor sneller dan het lichaam en vervormen de wervelkolom.
Ik hoop dat deze informatie u voldoende duidelijkheid verschaft over kromme ruggen bij vissen.
(*) Aan de hand van het aantal fossiele plant- en diersoorten en rekening houdend met het feit dat er jaarlijks talloze nieuwe soorten worden gevonden, schat men dat het aantal soorten dat de natuur zelf heeft laten uitsterven minstens 10.000.000.000 bedraagt. Het is moeilijk in te schatten of de soorten die door toedoen van de mens zijn verdwenen al dan niet op het "verdwijningsprogramma" van de natuur waren ingeschreven.
Literatuur:
LeRoy Cresswel R. - 1993 - Aquaculture Desk Reference - Van Nostrand Reinhold - New York.
Southgate P.J. & Branson E.J. - 1992 - Nutritional diseases - In : Butcher R.L. - Manual of ornamental fish - British Small Animal Veterinary Association – Gloucestershire.
Tacon A.G.J. - 1990 - Standard Methods fot the Nutrition and Feeding of Farmed Fish and Shrimp - Argent Laboratories Press - Redmond, Washington.
Verbeeck F. - 1998 - Pseudorasbora parva (Schlegel, 1842) - Aquariumwereld - 51:66-67 - Marke. |
|