Vist BBAT

Maandblad voor de aquarium-, terrarium- en vijverliefhebber
Visit BBAT
(Ga terug met de knop "Vorige")
Publicatie
Jaargang 53/11:276
Onderwerp Voedseldieren - springstaartjes
Men vraagt ons wat ...
via-via e-mail bereikte ons volgende interessante vraag :
Date: Tue, 13 Jun 2000 09:31:12 +0200
From: Frans Janssens <frans.janssens@advalvas.be>
Subject: Re: springstaartjes
Sender: frans@btzp12.atess.bel.alcatel.be
To: C van der Lingen <cvdlingen@wanadoo.nl>
Cc: Peter De Batist <peter@superfat.com>

De Heer van der Lingen schreef:
>> Ik kweek al geruime tijd springstaartjes als voedseldieren voor mijn jonge pijlgifkikkertjes, telkens >> loopt de kweek niet zo goed en moet ik nieuwe kweken aanschaffen.
>> Kunt u mij, als springstaartspecialist schrijven hoe ik ze het beste kan kweken?
>> Zoals: wat voor bakjes, wat voor medium erin, temp.en voer.

Geachte Heer van der Lingen,
> omdat er nogal wat soorten springstaarten bestaan is hier geen eenduidig antwoord voor te bedenken.
> Mijn ervaring met kweken beperkt zich tot tijdelijke laboculturen: wat vochtige turf in relatief hoge bokaaltjes, een schijfje champignon, wat springstaarten, bokaaltje dicht (maar geregeld luchten).
> Folsomia candida laat zich onder deze omstandigheden op kamertemperatuur goed (onder)houden. > Ik heb geen ervaring met langdurige en grootschalige kweekopzet. Wie die wel heeft is de Heer Peter De Batist.
> Peter De Batist is een voedeseldierenkwekerspecialist (oef...) Hij zal U beter kunnen verder helpen. Ik ben zo vrij geweest hem dit bericht reeds Toe te zenden.
> Beste groeten,
> Frans
frans.janssens@advalvas.be
http://www.geocities.com/~fransjanssens/
Checklist of the Collembola of the World
Reprints of Collembola papers gratefully received.
Geachte Heer van der Lingen,
ik heb inderdaad wat ervaring opgedaan met diverse soorten Collembola of springstaartjes. In totaal heb ik kweekpogingen ondernomen met 6 verschillende soorten. Sporadisch verschijnt in de terrariumliteratuur een of andere kweekmethode, maar slechts uiterst zelden wordt daar een naam bij gepubliceerd. De kandidaat kweker concludeert dan dat die kweekmethode geldt voor alle soorten maar als je verschillende soorten kweekt, kom je zeer snel tot de slotsom dat de verschillen soms hemelbreed zijn. Er zijn collembola's die voorkomen in de grotten, op het water, in woestijnen, in de bodem en in de kruinen van bomen, zowel in de tropische als in de gematigde zone. Er zijn er die uitsluitend van plantaardig materiaal leven, maar er zijn er ook die dierlijk materiaal prefereren en er zijn er zelfs die op andere Collembola predateren.

Hypogastrura socialis komt zeer vaak in massale bestanden van ettelijke honderdduizenden individuen voor. Dat gebeurt steeds als er sneeuw gevallen is. Gefotografeerd in Landl (Oostenrijk).
(Foto: Ronny Moortgat)


Folsomia candida is wellicht de best te houden en te vermeerderen soort.
(Foto: Peter de Batist)


Een dichtbij-opname van Tomocerus minor die eigenlijk een "reus" is onder deze insecten-groep. Terwijl de meeste soorten amper 2 mm meten, haalt deze met gemak het twee- of driedubbele.

Soms moeten we er urenlang naar zoeken in de natuur maar ze kunnen ook zo massaal voorkomen dat ze met keerborstel en blik bij elkaar geveegd kunnen worden.
De beste kweekresultaten had ik met de soorten Folsomia candida en Sinella caeca die ik in ruime, goed sluitende dozen (120 x 200 x 50 mm) houd met daarin een mengbodem van bladgrond en turfmolm. Die wordt zo nat gehouden met chloorvrij water dat er net een heel dun laagje water boven de bodem staat. Dat laatste vergemakkelijkt het oogsten. Het water moet gewoon afgegoten worden, met springstaarten en al in het terrarium. Als voeding gebruik ik dunne schijfjes champignon of komkommer. Die moeten zo gekozen worden (dikte en aantal) dat ze in de tijdspanne van 1 week volledig opgegeten zijn. Komkommer verdwijnt evenwel sneller dan champignon. Dat laatste heeft een taaiere structuur maar staat dichter bij het natuurlijke voedsel van vele Collembola-soorten. Mijn indruk is dat de kweken er productiever mee zijn, alhoewel de resultaten met komkommer zeker ook zullen voldoen. Vooral in Duitsland raadt men aan om fijngemalen visvoer te gebruiken, maar de resultaten willen dan nog wel eens afhangen van de kwaliteit hiervan. Naar mijn menig krijgt men op die manier snel geuroverlast.
Het is belangrijk een ruime kweekdoos te gebruiken. De kweekjes die in dierenspeciaalzaken verkocht worden zijn eigenlijk te klein maar kunnen gebruikt worden om een grotere cultuur op te starten. De reden hiervoor is dat ze nogal wat ruimte nodig hebben om eieren te leggen en daarvoor kunnen ze slechts het bodemsubstraat gebruiken.
Sommige kwekers slagen erin om Folsomia candida te kweken in een stevig maar luchtig substraat en met een enorme opbrengst. De dieren hebben dan meer plaats om eieren te leggen, vandaar de grotere productie. Ik heb dat ook geprobeerd maar de methode heeft m.i. twee grote nadelen. De vochtigheid moet zeer zorgvuldig op peil gehouden worden. Iets te nat of iets te droog richt ravages aan in de cultuur. Een tweede nadeel is het oogsten voor voedergebruik. Hoewel er veel dieren aanwezig zijn kunnen ze moeilijker uit de diepe gedeelten van het substraat naar boven gejaagd worden. Het gebeurt veeleer andersom. Een kweekdoos moet daarom zo in het terrarium geplaatst worden.
Nog een methode – maar wel duurder – is het gebruik van platen mexifern die half in water worden gelegd in goedgesloten dozen. Door dit materiaal nog wat op te ruwen ontstaat er een goed en groot aflegsubstraat voor de eitjes. Ook hier kan gewoon het water in het terrarium afgegoten worden.
Ik heb beide soorten momenteel in een mengcultuur maar het is niet zo moeilijk om ze in reinculturen te krijgen door in pas opgezette culturen iedere keer een soort weg te vangen. Persoonlijke waarnemingen leren me echter dat een mengcultuur stabieler is. Bovendien leven beide soorten in mijn natte kweekdozen nog samen met een ander organisme (en allicht nog met vele andere microscopisch kleine organismen), nl. een aaltje. Dat is een in de bodem vrijlevende Nematode. Ik vermoed dat ze een belangrijke functie uitoefent in het zuiverhouden van het substraat. Ze verwerkt m.i. de uitwerpselen van de Collembola en waarschijnlijk ook voedselresten.
Een andere soort waarmee ik proeven heb gedaan is Lepidocyrtus cyaneus die ik eens massaal aantrof in mijn kweken van rozenkevers. Ik heb geprobeerd ze op het systeem van beide andere soorten te handhaven, maar een fruiteter wil hier niet aan wennen. Hoewel de eerste pogingen positief verliepen.
Herhaaldelijk heb ik getracht de waterspringstaarten Podura aquatica en Sminturus viridiste kweken. Zelfs houden lijkt me totaal onmogelijk. Naar verluidt zouden ze zich voeden met de stuifmeelkorrels die van mei-juni af op waterplassen vallen. Ik zou me zelfs best kunnen voorstellen dat het echte voedselspecialisten zijn en zelfs kieskeurig zijn wat betreft de oorsprong van de stuifmeelkorrels.
Ten slotte heb ik ook een jaartje ervaring gehad met Tomocerus minor, een soort de we vaak onder schors aantreffen. Hoewel ik wel nakweek verkreeg was hij toch niet erg productief en na enkele generaties stopte de kweek vanzelf.
Naast voedsel voor pijlgifkikkers worden deze insectjes ook door andere kleine kikkertjes gegeten. Verder maak ik er ook een gewoonte van een nieuw ingericht terrarium meteen te "enten" met een flinke portie Collembolla. Het zijn immers prima opruimers die zo een waardevol plaatsje in de voedselketen zullen innemen.
Ik hoop u met deze informatie toch een eindje op weg geholpen te hebben.