Men
vraagt ons wat ... |
|
Tijdens
een voordracht in Klein-Willebroek kreeg ik, op een papiertje gekribbeld,
de volgende (geniepige) vraag van één van de toehoorders:
"'...het stimuleren
van de bacteriegroei, door het overtollige ijzeraanbod. Kan dit aanleiding
geven tot een verhoogd risico van bacterie-infecties bij mogelijk
ziektebeeld"' |
|
Ik
moet bekennen dat ik daar niet zo direct een weerwoord op had, tenslotte
loop ik op z'n avond met de korte inhoud van mijn lezing tussen de
kiezen en in mijn achterhoofd. De vraag liet me echter niet los tijdens
het naar huis rijden en gedurende de volgende dagen.
Had ik iets belangrijks over het hoofd gezien? Was ik wat te voorbarig
geweest met het opperen van de stelling dat ijzer de bacteriegroei
stimuleert en daardoor een hogere kooldioxideproductie scoort?
Reden dus om de gegevens in de literatuur, die naar deze stelling
voerden, er nog eens op na te slaan. Eenduidige informatie over het
verhoogd risico van pathogene situaties heb ik nergens gevonden. Wel
van het tegendeel. Vooral in werken over aquacultuur - de commerciële
kweek van consumptievis - wordt het toedienen van ijzerpreparaten
veeleer gebruikt om de bacteriegroei in filtersystemen op te krikken.
Steeds vanwege het positieve effect dus. Nergens een waarschuwing
tegen de effecten die onze vraagsteller op het oog heeft.
Het is vanwege die positieve effecten dat ik zelf nooit daaraan gedacht
heb dat die bewuste pathogene bacteriën (of faculatief-pathogene
bacteriën) wel eens gestimuleerd zouden worden door die ijzer-ionen.
Dat komt natuurlijk omdat mijn denken ecologisch gericht is, en ...
dat is automatisch in positieve termen. Een actie in de natuur heeft
altijd een globale verbetering op het oog, ook al pakt dat voor bepaalde
organismen of individuen slecht uit. Om die reden ben ik in een aantal
aquaria heel bewust en systematisch, ijzer gaan toevoegen om deze
gedachtegang te toetsen. Ook in grotere systemen zonder planten en
met een zeer hoge visbezetting. Dat natuurpatroon trad ook hier duidelijk
naar voren: een globale verbetering met een sneller afsterven van
de ziekste, zwakste vissen (lees: degene die al te ver heen waren
om nog met antibiotica of bactericides terug te halen) die dan ook
weer zeer snel door bacteriën werden verwerkt. Ik zou dus zeggen
dat u toch een tikkeltje gelijk heeft maar dat niet direct negatief
ervaren. Daarom wil ik wel even proberen uw negatieve (onecologische)
ideeën om te buigen naar het meer positieve ecologisch redeneren.
Onderzoek van bacteriënpopulaties in diverse soorten aquariumfilters
werd lang geleden reeds uitgevoerd in Nancy. Uit deze testreeks bleek
dat in elk filtersysteem en in elk aquarium steeds dezelfde bacteriën
opdoken en een aantal daarvan zijn onder de medici bekend als ziekteverwekkers
bij vissen. Allicht zult u zich afvragen hoe dat kan. Toch is het
niet meer dan normaal. Zij voeren daar namelijk de taak uit waarvoor
ze in de natuur bestemd zijn. Er zijn er die eiwitten afbreken tot
kleinere eenheden, andere doen dat met vetten en weer andere bacteriën
met koolhydraten. In de natuur zijn er namelijk geen ziekteverwekkers.
Dat is een uitvinding van de mensen. In de natuur volgen leven en
dood elkaar op en het wegwerken van dat dood materiaal tot substanties
die opnieuw in de kringloop opgenomen kunnen worden is de taak van
de triljoenen bacteriën. Heel soms echter zijn levende wezens
niet dood maar een beetje in de war, waardoor hun natuurlijke afweer
het laat afweten. Indien dat immuunsysteem uitvalt of slechts op halve
kracht werkt, dan worden de dieren ziek. De uitval van dat immuunsysteem
wordt bovendien sterk beïnvloed door stress. Ook bij de mens
overigens. Ik zou zelfs willen vooropstellen dat stress de enige ziekte-oorzaak
is en dat alle infecties daar een secundair gevolg van zijn. Dat is
natuurlijk niet helemaal correct maar neem maar van me aan dat, indien
je stress kunt afbouwen een ziekte reeds voor de helft (of zelfs driekwart)
genezen is. Zonder stress kunnen bacteriën weinig uitrichten
en zijn al hun acties veeleer heilzaam. |
Zoals
ik in mijn vorige bijdrage over ijzerbemesting ook reeds stelde: "alles
is een kwestie van omstandigheden". Laten we eens veronderstellen
dat we in een plantenloos aquarium, zonder veel substraat en decoratie
- b.v. een cichlidenaquarium - ijzer toevoegen om het bioblokfilter
te stimuleren. Een dergelijk systeem draait volledig op dat filter.
Is er een matige visbezetting (1 cm vis op 8 l water) dan zal de ijzertoevoeging
mee zorgen voor een probleemloze oxidatie van de eiwitten over ammonium
en nitriet naar nitraat. Met als resultaat een groot zuurstofverbruik
en een ruim aanbod van kooldioxide. Zelfs teveel eigenlijk omdat er
geen planten zijn om dat op te nemen. Als we in een dergelijk systeem
een te grote visdensiteit (1 cm vis op 3 l water) zouden handhaven,
dan zouden we met die ijzertoevoeging dik in de problemen komen. Het
stimuleren van de filterbacteriën zorgt dan namelijk al snel
voor een zuurstoftekort dat door het verhoogde kooldioxide nog extra
geaccentueerd wordt. De stikstofkringloop zou stagneren, de vissen
zouden eerst een te hoog ammoniakgehalte te verwerken krijgen, daarna
enkele pieken van nitriet en tenslotte zou er zelfs echt zuurstofgebrek
voor de vissen zelf ontstaan. Deze zouden door de overbevolking al
behoorlijk gestresseerd zijn en het is dus best mogelijk dat er wat
ziektebeelden verschijnen. Niet de stress, maar wel de ijzertoevoeging
zou hiervan dan de schuld krijgen. Een natuurlijke (ecologische) ingreep
bestaat er dan precies in een aantal vissen te laten sterven tot het
kritische aantal terug bereikt is, of ze naar een ander aquarium te
versassen. |
Een cichlidenaquarium
zonder planten is volledig afhankelijk van de adequate werking van
het filter en een strikt waterverversingsbeheer.
(Foto: Wilfried Van de Elst) |
In
de natuur worden die dode vissen opgeruimd door predatoren of aaseters.
In een aquarium zouden ze te laat gevonden worden, met alle nare gevolgen
van dien. Het systeem zou nog verder degenereren en ook hiervan zou
de ijzertoevoeging de schuld kunnen krijgen.
Stellen we ons nu een gelijkaardig aquarium voor, maar met voldoende
bodemsubstraat en een behoorlijke beplanting (foto 2). Een gezelschapsaquarium
met een matige visbezetting. IJzertoevoeging brengt hier een kettingreactie
van gunstige gebeurtenissen op gang. Vooreerst wordt de stikstofoxidatie
gestimuleerd. Met een verhoging van het kooldioxide tot gevolg. Dat
wordt door de planten dankbaar opgeslorpt en die geven in ruil daarvoor
behoorlijk wat zuurstof af waardoor de bacteriën hun taak probleemloos
kunnen blijven uitvoeren.
|
Een beplant aquarium
zal in optimale omstandigheden zelf een evenwicht opbouwen. Ook hier
blijft waterverversing een onmisbare beheersdiscipline.
(Foto : Arend van den Nieuwenhuizen) |
De
uitbundige plantengroei zorgt dat fosfaat en nitraat vooreerst binnen
de perken blijven en dat de vissen voldoende schuilmogelijkheden hebben,
waardoor de stress afgebouwd wordt tot een minimum. Kortom, een dergelijk
systeem zit goed in evenwicht. Het enige nadeel eraan is dat men nogal
eens concludeert dat men best met wat minder waterverversing toe kan
komen. Dat is natuurlijk een misvatting. Hoe effectiever de stikstof-
en fosforcycli verlopen, des te sneller de kritieke grenzen bereikt
worden. Waterverversen op een regelmatige basis is dus zeker een noodzaak
in zeer goed draaiende systemen.
Stellen we ons overigens dit laatste systeem voor met een overmatige
visbezetting (1 cm vis per 1 à 3 l water) dan zal die keten
van gebeurtenissen snel met horten en stoten verlopen. Meer vissen
verbruiken immers meer zuurstof en scheiden ook meer afval af. Er
is dus meer werk voor de filterbacteriën, maar er is minder zuurstof
over om dat behoorlijk te doen. Met een geringere kooldioxideproductie
als gevolg. De planten groeien wat trager en geven dus weer wat minder
zuurstof af. Al snel zullen er wat vissen met stress in hun vinnen
rondzwemmen. Die is al in aanleg aanwezig door de hoge densiteit en
zal snel verergeren door de verhoogde biologische belasting van het
filtersysteem. Ook hierin zal dit resulteren in sterfte, tot de kritische
grenzen bereikt worden en alles terug in evenwicht is. IJzertoevoeging
kan links en rechts de plantengroei wat oppeppen maar het zuurstofdeficit
zal nooit opgeheven worden. Kortom, ook hier zou men de ijzertoevoeging
als schuldige kunnen aanwijzen voor alle sterfte tengevolge bacteriële
infecties.
Het lijkt me daarom steeds een must om in geval van ziekte alle parameters
van uw aquarium stuk voor stuk te evalueren en u telkens af te vragen
of het geen stressverhogende factor is. Uiteindelijk zou men kunnen
concluderen dat het helemaal niet nodig, en zelfs beter is, om wat
dan ook toe te voegen aan een aquarium. Dan komen we evenwel weer
aan het basisgegeven waar deze discussie om begonnen is.
Is ijzertoevoeging alleen voldoende of moeten we een volledige plantenvoeding
toedienen? Dan blijft mijn antwoord ook weer hetzelfde. Bij een goede
plantengroei worden uit het water nutriënten en sporenelementen
opgenomen. Willen we een gelijkmatige groei handhaven dan moeten de
verbruikte mineralen regelmatig aangevuld worden. Waarvan akte.
Literatuur:
TERVER D. - 1979 - Étude comparative de quelques dispositifs
de filtration dans des aquariums fonctionnant en circuit fermé
- Rev. fr. Aquariol. 6-2:45-58 - Nancy. |
|