Foto: Harry Voet
IDENTITEIT: orde: Decapoda; familie: Majidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: door C. Linnaeus. | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: hooiwagenkrab. | |||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: lichaam tot 1,7 cm lang. | |||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: de scharen van de mannetjes zijn forser gebouwd. | |||||||||||||||||||||||||
Koeling. Bij kleine lagere dieren. |
HOUDBAARHEID: zeer goed houdbaar, mits men beschikt over een gekoeld aquarium. Niet samen houden met andere krabben, waaraan ze zeker ten prooi vallen, noch met grote vissen. Ideaal voor een aquarium met anemonen en allerlei kleine vastzittende lagere dieren. Algen en hydropoliepen-kolonies, o.a. zeecypres (Sertularia cuppressina), hoorncelpoliep (Bugula avicularia), moeten aanwezig zijn, waarmee ze zich camoufleren en waartussen ze haast onvindbaar verdwijnen. Vreedzaam. Kan met meerdere soortgenoten samen in één aquarium. Opletten: trage eters, dus gevaar voor voedselconcurrentie! | ||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Kusten van de oostelijke Atlantische Oceaan op het noordelijk halfrond (gema-tigde klimaatzone), westelijke Oostzee, Noordzee en Kanaal, Middellandse Zee. | |||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: ondiep water, doch niet in de getijzone. Vooral tussen velden hydropoliepenkolonies of algen, waartussen ze zich camoufleren. In de Oosterschelde veel gezien te Wemeldinge, vanaf 2 m onder de laagwaterlijn tot 15 m. Naar de monding toe, m.i., zeldzamer (te sterke stromingen?) en (nog) niet opgemerkt aan de Oesterdam (Te brak? Te weinig waterbeweging?). Komt niet in brak water voor. | |||||||||||||||||||||||||
Onopvallend. | GEDRAG: zeer rustig en vreedzaam, zelfs zeer onopvallend. Ze bevestigen plukjes alg of mosdierkolonie op hun lichaam. Pas na de verschaling zijn ze ongecamoufleerd. Ze zouden zich ook verdedigen door topjes van poliepenkolonies te plukken en die met de scharen in de richting van de belager te houden. Evenwel nog niet zelf waargenomen. | ||||||||||||||||||||||||
Kleine prooien uit het plankton. | VOEDSEL: ze eten allerlei kleine ongewervelde diertjes, ook planktondiertjes, die ze met de schaartjes uit het water plukken. In het aquarium kunnen Mysis, watervlooien, diepvriesplankton en klein dierlijk voedsel verschaft worden. Nemen van de eerste dag af dood dierlijk voedsel. | ||||||||||||||||||||||||
Planktonische larven. | KWEEK: de larven zweven een tijd tussen het plankton rond vooraleer ze op de bodem gaan leven na hun metamorfose tot krab. Waarschijnlijk nog niet in het aquarium gekweekt omwille van deze moeilijkheid. | ||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |