Foto: Werner Bleys
IDENTITEIT: orde: Sabellida; familie: Sabellidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: Door Grube, in 1878, als Sabella spectabilis, in Mem de L'Academ Imperiale des Sciences de St.Petersbrg., Ser. 7, 25(8): 1-300 | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Sabellastarte indica, Sabellastarte magnifica | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Kokerworm | |||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: Afhankelijk van de soort, van enkele millimeters tot 50 cm. | |||||||||||||||||||||||||
Goed houdbaar in licht vervuilde aquaria, lichte stroming. |
HOUDBAARHEID: Kokerwormen zijn het best houdbaar in een aquarium dat lichtjes vervuild is. m.a.w. waar een grote concentratie van micro-organismen voorhanden is. In een specifiek lagere dierenaquarium kunnen ze jaren gehouden worden. Dit impliceert een levensgemeenschap waar slechts enkele kleine en rustige vissen kunnen verblijven. | ||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Indische en Stille Oceaan | |||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: Koraalriffen, rotsige gebieden en op zanderige bodem, op plaatsen waar bovendien een matige stroming aanwezig is. | |||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: Kokerwormen behoren tot de vastzittende lagere dieren die zich dan uiteraard niet kunnen verwijderen van eventuele aanvallers. De tentakelkroon die niet alleen voor voedselverwerking en ademhaling zorgt, kan razandsnel en bij de minste verandering in de omgeving, een plotse schaduw of een plotse hevige waterverplaatsing, in de koker verdwijnen. Op deze manier wordt ook de waterinhoud van hat Iichaam regelmatig ververst. De worm stuwt dit dan langs het andere uiteinde van de koker naar buiten. Om deze reden is het niet aan te raden de kokerworm in het zand te plaatsen. Bi] slechte omstandigheden (vwaterkwaliteit, teveel of te weinig stroming, enz.) kan dit dier spontaan zijn tentakelkroon afwerpen. Worden de slechte faktoren van de verzorging teniet gedaan, dan zal de kroon na enkele weken geregenereerd zijn. Verlaat de vworm zijn koker volledig, dan is het dier meestal ten dode opgeschreven. | |||||||||||||||||||||||||
Plankton en microörganismen |
VOEDSEL: Eters van plankton en andere microörganismen. Trilharen op de tentakels brengen de voedseldeeltjes naar de mondopening. Te grote delen worden afgevoerd of als bouwmateriaal voor de koker gebruikt. Bij het voederen met mosselmelk moeten we ervoor zorgen dat de trilharen niet aan elkaar gekleefd worden. Met een matige stroming wordt dit verholpen. | ||||||||||||||||||||||||
Voortplanting: Deze tweeaslachtige dieren worden regelmatig nagekvveekt. Mits de omstandigheden optimaal zijn zullen de jonge wormen zelfs kunnen opgekweekt worden. | |||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: Sommige soorten bezitten een doksel waarmee ze hun koker kunnen afsluiten. |