|
IDENTITEIT: orde: Saltatoria; familie: Tettigoniidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: ln 1758, door C. Linnaeus, als Gryllus Tettigonia víridissima, in Syst. Naturae, 10 ed.:430. |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: Grote groene sabelsprinkhaan |
|
MAXIMALE GROOTTE: Worden 45 tot 50 mm groot |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: De vrouwtjes zijn duidelijk te herkennen aan hun lange afgeplatte legbuis (sabel). Mannetjes brengen een sjirpend geluid voort. |
Eenvoudig |
HOUDBAARHEID: In een voor de hand liggend onderkomen, een van de eenvoudigst te houden diersoorten. Hun leefruimte dient, om ontsnappingen te voorkomen, steeds goed te worden afgesloten. De noodzakelijke verluchtingsplaatsen met gaasdraad overdekken. Bijten behoorlijk bij een ondeskundig (uit-) vangen. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
|
|
Totale hardheid °DH |
|
|
|
Temperatuur °C |
|
16 - 22 |
22 - 25 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Europa |
|
|
|
BIOTOOP: Houden zich gedurende de zomermaanden tussen allerlei planten, heersters, lage bomen, struiken e.d. op. |
Zoals de huiskrekel |
GEDRAG: Deze groene, soms bruingevlekte sprinkhanen gelijken qua gedrag heel goed op de huiskrekel Acheta domesticus. Ze lopen, kruipen en klauteren steeds behendig rond maar springen af en toe ook over korte korte afstanden. Vliegen doen ze met tegenzin. Mannetjes produceren hun geluiden door een kam op de achterpoten tegen de voorvleugels (elytra) te strijken. Het geluid kent geen variaties in toonhoogte, maar is gekenmerktdoor een patroon van modulaties, zodat ze dertien verschillende soorten geluiden kunnen produceren. Om deze geluiden te kunnen localiseren draaien ze met hun voorpoten rond totdat (d.m.v. de tympanale organen in de voorpoten) het geluidsignaal wordt ontvangen. |
|
VOEDSEL: Voeden zich voornamelijk met allerlei soorten planten, maar eten ook kleine insekten. Zijn in de natuur soms schadelijk voor sommige gewassen. |
|
KWEEK: ln de vrij dikke, matig vochtig gehouden, uit aarde bestaande bodemlaag, deponeren de vrouwtjes met hun legboor zo'n 100 tot 150 eitjes. De sabelsprinkhaan, is vrij produktief. De bevruchting gebeurt met een spermatofoor, welke het mannetje heeft aangemaakt vooraleer hij een vrouwtje het hof maakt. ln de natuur overwinteren de stuk voor stuk in de grond gelegde eitjes, zodat de jonge nymfen al in het voorjaar op allerlei soorten planten, kunnen worden waargenomen. |
Beschermde diersoort |
BIJZONDERHEDEN: Door terrariumliefhebbers vroeger als voedseldier gevangen, gehouden en gekweekt. Nu is het een beschermde diersoort in Vlaanderen, zodat dit verboden is. |