Aponogeton crispus
Thunberg, 1781

Aponogeton crispus
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Alismatales; familie: Aponogetonaceae.
EERSTBESCHRIJVING: In 1781, door Thunberg, als Aponogeton crispus, in Nov. Gen. 4:78.
SYNONIEM: Aponogeton echinatus - Spathium crispum
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: In het aquarium wordt deze plant zelden groter dan 60 cm: bladstelen van 30-35 cm lengte en bladeren van 20-25 cm lengte. De bladbreedte kan 3 tot 5 cm bedragen.
In de natuur hebben we een exemplaar van deze plant aangetroffen met een totale lengte van ca. één meter.
HOUDBAARHEID: Het is een bijzonder goed houdbare plant, welke haast geen eisen stelt aan de watersamenstelling. Wel eist hij voldoende licht. Indien aan deze eis is voldaan, zullen ze snel hun mooie bladeren ontwikkelen, welke gedeeltelijk vlak onder het wateroppervlak zullen drijven.
PLANTENRIJK
R g I 01
       
 
Milieu Aquarium Vermeerdering
Zuurtegraad pH 6,6 - 7,1 6 - 7,5

tot 25°C.

Totale hardheid °DH 1 - 3
Temperatuur °C 28 - 32 22 - 28
Geleidbaarheid µS tot 25 (*) tot 150
  (*) Waarde zelf opgemeten in 1982, andere bronnen vermelden waarden van 220 tot 290 microSiemens.
VERSPREIDING: Sri Lanka
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Komt uitsluitend op Sri Lanka voor, in heldere beken, waar ze met meerdere bij elkaar staan.
GEDRAG: Het is een zeer geschikte solitair voor een ietwat groter aquarium. Kan ook aangewend worden als achtergrondbeplanting. De plant zal meestal in het najaar wegkwijnen en in het voorjaar terug opschieten. Beter is echter de knol te verwijderen en deze in voohtige turf, bij 10 tot 15°C, te laten overwinteren gedurende 2 tot 3 maanden.
Komt zeer gemakkelijk in bloei in het aquarium.
BODEM: Stelt absoluut geen eisen aan de bodem
LICHT: Flink ontwikkelde exemplaren bekomt men slechts onder een sterke belichting.
VERMEERDERING: Dit is bij deze plant niet eenvoudig. Door met een penseel over de bloem te wrijven kan men voor bestuiving zorgen. De rijpe zaadjes scheuren van de bloeistengel af en drijven weg. Vrij kort nadien zinken ze en schieten wortel. Vervolgens vormen ze een knolletje. Pas dan ontwikkelen zich bladeren, welke in deze fase zeer gevoelig zijn voor bealging. Door de zaadjes over te brengen in een afzonderlijk bakje en bladvorming te laten geschieden in emerse vorm, kan aan dit probleem verholpen worden.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
A. Bijnens, juni 1992
Laatst bijgewerkt op: 20-06-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE