H. Van Bruggen, 1962
Foto: Harry Voet
Foto: Harry Voet
| IDENTITEIT: orde: Alismatales; familie: Aponogetonaceae. | ||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: ln 1962, door H. Van Bruggen als Aponogeton rigidifolius ln Med. Bot. Turn Belmonte Arb. Vl 88-91, | ||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: | ||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | ||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: Gemeten ln het aquarium: 90 cm, maar ln de natuur zeker nog groter | ||||||||||||||||||||||||||
| - Gedijt prima - Geschikt voor grote aquaria |
HOUDBAARHEID: De plant gedijt uitstekend in het aquarium, maar wordt evenwel erg groot en is dus enkel geschikt voor grote aquaria. Toepassing: solitair. Bladeren zijn donkergroen, maar bij goede belichting ook prachtig roodbruin. Jonge bladeren zelfs praktlsch rood. Belangrijk - wil de plant aanslaan - is dat men een plant koopt met een voldoend groot eind van de kruipende wortelstok. Verplanten ln volle groeiperiode resulteert in een sterke achteruitgang van de groei en de bladgrootte. | |||||||||||||||||||||||||
|
| |||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Zuidelijk heuvelland van Sri Lanka; Kalutara-district, omgeving van Agalawatta en Atweltota | ||||||||||||||||||||||||||
 |
 | |||||||||||||||||||||||||
| Oerwoudriviertjes in het heuvelland | BIOTOOP: Oerwoudriviertjes van 20 - 100 cm diep, met stromend water, in het heuvelland. Talrijkst waar door het omvallen van een boom meer licht invalt. De planten groeien er onder de overhangende oevergewassen, alsof ze het licht mijden. Zandige tot stenige bodem. | |||||||||||||||||||||||||
| BODEM: Aquariumgrint met een korrelgrootte van 2 - 3 mm, in een laag van 3 - 4 cm dikte minimaal, op een onderlaag van 1 cm klei, leverde een goed resultaat op. | ||||||||||||||||||||||||||
| Normale aquariaverlichting | BELICHTING: Als oerwoudplant is de lichtbehoefte eerder bescheiden. wat er in ons aquarium op neerkomt dat een verlichting van 1 TL-buis per 10 cm aquariumbreedte door de plant als ruim voldoende wordt ervaren: rood kleurende bladeren. | |||||||||||||||||||||||||
| Uitlopende kruipende wortelstok | VERMEERDERING: ln de natuur door zaden en door zijvertakkingen van de voortkruipende wortelstok, iets wat deze plant tot een buitenbeentje onder de aponogetons maakt. Eigen pogingen om de plant door zelfbestuiving tot zaadvorming te brengen mislukten verschillende malen, mede doordat de bloem gemakkelijker dan die van andere aponogetons verdroogt onder de lichtkap. | |||||||||||||||||||||||||
| Bladvorm wijzigt zich in het aquarium |
BIJZONDERHEDEN: De bladeren vertonen in de natuur en dus ook bij import, een vlakke bladschijf. De nieuwe bladeren in het aquarium echter vertonen breed golvende bladranden. De literatuur beschrijft deze plant als moeilijk te houden en weinig aantrekkelijk. Mijn eigen ervaringen zijn totaal anders en dit voor wat beide punten betreft. |
