|
IDENTITEIT: orde: Arales; familie: Araceae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: Als Cryptocoryne petchii, door Alston, 1931 - Suppl. Trimen's Handbook of the flora of Ceylon 6 : 293. |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
|
MAXIMALE GROOTTE: Inclusief de bladsteel tot 25 cm. |
Contrastplant |
HOUDBAARHEID: ln kleinere aquaria als achtergrondbeplanting; in hogere aquaria zowel als midden- of als achtergronddecoratie. Steeds aan te wenden in contrast met lichtgroene planten. ls zowel emers als submers te houden. Stelt weinig eisen. Kan ook in een paludarium aangewend worden. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Vermeerdering |
Zuurtegraad pH |
6,5 - 7 |
6,5 - 7,5 |
Uitlopers In vitro-cultuur |
Totale hardheid °DH |
0 - 1 |
5 - 20 |
Temperatuur °C |
25 - 29 |
24 - 28 |
Geleidbaarheid µS |
< 30 |
|
|
|
VERSPREIDING: Sri Lanka, omgeving van Ratnapura |
|
|
|
BIOTOOP: Beken met zwakstromend, zacht en lichtzuur water. Zand- en kiezeihoudende bodem. |
|
GEDRAG: Reageert gunstig op enige voeding in de bodem, hoewel ook een zuivere zandbodem voldoet. Verkwijnt vlug als hij ingebracht worden in water dat sterk met nitriet beladen, is. Bij langzame aanpassing vormt dit minder een probleem. |
Luchtig |
BODEM: Luchtige bodem: enige turf- en kleitoevoeging werkt bevorderlijk. |
Matig licht |
LICHT: Behoeft geen extra sterke belichting: 1 Watt op 2 liter water; bij normale aquaria, volstaat. Kleurintensiteit der bladeren is m.i. afhankelijk van de lichtintensiteit. |
Uitlopers |
VERMEERDERING: Uitlopers vormen zich gemakkelijk in een goede luchtige bodem. Vraagt, zoals de meeste crypto's, een ruime rustperiode vooraleer zich goed te kunnen aanpassen. |
|
BIJZONDERHEDEN: Nauw verwant met C. beckettii (meerdere auteurs beschouwen C. petchii als een synoniem). Verschil is o.a. te zien aan de vlag van de bloeiwijze. N. Jacobsen (1979) beschouwt C. petchii als een triploide vorm (2 n = 42) van C. beckettii. |