De Wit, 1958
Foto's: Arend van den Nieuwenhuizen
Foto's: Arend van den Nieuwenhuizen
| IDENTITEIT: orde: Arales; familie: Araceae. | ||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1958 door de Wit in Med. Bot. Tuin Belmonte Art. II 4 p. 97/100 en Belmonte IV, 3. | ||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: volgens Rataj (Rev. Crypt. 1975, p. 71-73) zouden er vijf variëteiten bestaan door hem beschreven in 1975, zijnde C. wendtii var. wendtii, var. jahnelli, var. krauteri, var. nana en var. rubella. In 1976 schrijft Jacobsen dat deze plant erg variabel is en dat de soorten door Rataj beschreven, slecht gedefinieerd zijn; hij verwerpt dan ook de verdeling in variëteiten en houdt het meer bij geografische soorten. C. wendtii var. krauteri was lange tijd in de handel onder de naam C. wendtii rubra. | ||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | ||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: 30 cm | ||||||||||||||||||||||||||
| Sterke soort. | HOUDBAARHEID: het is één van de best houdbare crypto's, die zich vrij probleemloos aan aquariumomstandigheden aanpast. Verdraagt vrij veel licht en een iets lagere temperatuur in vergelijking met andere crypto's. Vooral geschikt voor de middenzone en als voorgrondbeplanting. | |||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Azië: Sri Lanka. | ||||||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: komt voor in rivieren, plassen en tijdelijk uitdrogende rivierbeddingen, zowel op beschaduwde als op plaatsen in het volle licht. Groeit in tegenstelling tot andere crypto's vaak in grote groepen buiten de rivierbedding. De bladeren van deze planten zijn vaak groter en dunner. | ||||||||||||||||||||||||||
| GEDRAG: het is een sterk verspreide en variabele soort met ongeveer twaalf verschillende groeivormen. Is dan ook in de handel verkrijgbaar met zowel groene, rode, bronzen en bruingroene bladeren. In het aquarium het meest geschikt voor de middenzone waar ze een zeer geliefd decoratiepunt vormen. Eveneens bruikbaar voor de beplanting van een oplopend terras. Komt best tot zijn recht als groepsplant. Door de tamelijk snelle groei zal het niet moeilijk zijn dergelijke groep te creëren. | ||||||||||||||||||||||||||
| BODEM: vuil zand met een bijgift van wat klei of leem volstaat ruimschoots. Gebruiken we de plant als voorgrondbeplanting, dan zullen we niet te veel bijmesten, gebruiken we hem evenwel in de middenzone, dan is een toevoeging van voedingsstoffen zeker aan te raden. | ||||||||||||||||||||||||||
| LICHT: zowel getemperd als krachtig licht wordt verdragen. Bij weinig licht zal de plant zich oprichten. Bij veel licht zullen we een meer horizontale houding van de bladeren kunnen vaststellen. | ||||||||||||||||||||||||||
| Uitlopers. | VERMEERDERING: vormt zeer gemakkelijk uitlopers. | |||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: |
