Didiplis diandra
(Nuttall) Wood

Didiplis diandra
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Myrtales; familie: Lytraceae.
EERSTBESCHRIJVING: Door Nuttall, als Peplis diandra en door Wood in het geslacht Didiplis overgebracht.
SYNONIEM: Peplis diandra
NEDERLANDSE NAAM: Amerikaanse waterpostelein
MAXIMALE GROOTTE: De normaal emers langs de bodem kruipende stengels bereiken in het aquarium, rechtopstaand, een hoogte van 30 cm.
HOUDBAARHEID: Zowel de landvorm (Didiplis diandra ternstris) als de onderwatervorm (Didiplis diandra aquatica) laten zich probleemloos submers houden. De lichtintensiteit en de waterhardheid bepalen bij Didiplis diandra aquatica de kleur.
Door de nogal breekbare stengels is de plant meer aangewezen voor een met rustige vissen bevolkt aquarium. Men laat hem best in een groepje, als middenbeplanting, tot zijn recht komen en beschermt hem tegen mogelijke ingroei van andere planten.
In een vochtig terrarium bedekt Didiplis diandra terristris snel een groot bodemoppervlak en vormt een diepgroen tapijt.
PLANTENRIJK
R f XVII 01
       
Milieu Aquarium Vermeerdering
Zuurtegraad pH 6,5 - 7,5

Totale hardheid °DH 4 - 10
Temperatuur °C 20 - 24
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Van Texas en Florida tot Mexico.
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Eenjarige, aan stilstaand en langzaam stromend water voorkomende plant.
BODEM: Zuiver gewassen rijnzand of aquariumgrint (korrelgrootte 2-3 mm) voldoen uitstekend
GEDRAG: Goed groeiende plant die zich onder water vanzelf vertakt. Interessant aan deze plant is dat ze zowel onder als boven water bloeit. Doorlopend vormen er zich nietige kleine, rood gekleurde bloempjes in de bladoksels.
BELICHTING: De plant neemt een groene kleur aan bij een goede belichting en in licht alkalisch water. Bij een matige belichting en in lichtzuur water vertoont Didiplis diandra aquatica een wat bruinrode kleur.
VERMEERDERING: Gemakkelijk te vermeerderen, indien (i.v.m. de breekbaarheid van de stengel) de omgeving rustig is. Uit zichzelf vertakt de plant zich gaffelvormig. Net als bij waterpest kan men van de plant de zijscheuten wegnemen en de langste stengels toppen. De stekken wortelen vrij vlug en klimmen gauw naar het wateroppervlak toe. Emers wortelen de over de grond kruipende stengels zich geregeld, zodat ook door uitlopers vermeerdering verkregen wordt.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
H. Vits, december 1991
Laatst bijgewerkt op: 20-06-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE