Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Myrtales; familie: Lytraceae. | ||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: Door Nuttall, als Peplis diandra en door Wood in het geslacht Didiplis overgebracht. | ||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Peplis diandra | ||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Amerikaanse waterpostelein | ||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: De normaal emers langs de bodem kruipende stengels bereiken in het aquarium, rechtopstaand, een hoogte van 30 cm. | ||||||||||||||||||||||||||
Rustig aquarium | HOUDBAARHEID: Zowel de landvorm (Didiplis diandra ternstris) als de onderwatervorm (Didiplis diandra aquatica) laten zich probleemloos submers houden. De lichtintensiteit en de waterhardheid bepalen bij Didiplis diandra aquatica de kleur. Door de nogal breekbare stengels is de plant meer aangewezen voor een met rustige vissen bevolkt aquarium. Men laat hem best in een groepje, als middenbeplanting, tot zijn recht komen en beschermt hem tegen mogelijke ingroei van andere planten. In een vochtig terrarium bedekt Didiplis diandra terristris snel een groot bodemoppervlak en vormt een diepgroen tapijt. | |||||||||||||||||||||||||
|
| |||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Van Texas en Florida tot Mexico. | ||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: Eenjarige, aan stilstaand en langzaam stromend water voorkomende plant. | ||||||||||||||||||||||||||
BODEM: Zuiver gewassen rijnzand of aquariumgrint (korrelgrootte 2-3 mm) voldoen uitstekend | ||||||||||||||||||||||||||
Goed groeiend | GEDRAG: Goed groeiende plant die zich onder water vanzelf vertakt. Interessant aan deze plant is dat ze zowel onder als boven water bloeit. Doorlopend vormen er zich nietige kleine, rood gekleurde bloempjes in de bladoksels. | |||||||||||||||||||||||||
BELICHTING: De plant neemt een groene kleur aan bij een goede belichting en in licht alkalisch water. Bij een matige belichting en in lichtzuur water vertoont Didiplis diandra aquatica een wat bruinrode kleur. | ||||||||||||||||||||||||||
Gemakkelijk | VERMEERDERING: Gemakkelijk te vermeerderen, indien (i.v.m. de breekbaarheid van de stengel) de omgeving rustig is. Uit zichzelf vertakt de plant zich gaffelvormig. Net als bij waterpest kan men van de plant de zijscheuten wegnemen en de langste stengels toppen. De stekken wortelen vrij vlug en klimmen gauw naar het wateroppervlak toe. Emers wortelen de over de grond kruipende stengels zich geregeld, zodat ook door uitlopers vermeerdering verkregen wordt. | |||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |