|
IDENTITEIT: orde: Marsileales; familie: Marcileaceae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1753, door Linnaeus, als Marsilea quadrifolia in Spec plant 1099 |
|
SYNONIEM: Marsilea europaea; M. quadrifoliata; Pteris quadrifolia; Zalusianskya masiloides |
|
NEDERLANDSE NAAM: klavertje vier |
|
MAXIMALE GROOTTE: sterke variabele bladstelen van enkele cm tot bladstelen die boven het wateroppervlak reiken (80 cm) |
|
HOUDBAARHEID: mooi figuratief plantje dat echter moeilijk klein te houden is in het aquarium Deze plant is een watervaren. Dit verklaart de typlsch opgerolde jonge blaadjes De vierdelige bladschijf gelijkt op een klaverblaadje en dat verklaart de Nederlandse naam. De bladeren ontstaan op een kruipende, liggende stengel. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
|
|
Totale hardheid °DH |
|
|
|
Temperatuur °C |
|
|
|
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Noordelijk halfrond: Azie; Europa: Noord-Amerika. |
|
|
|
BIOTOOP: moerasplant, meer emers dan submers voorkomend. |
|
GEDRAG: de bladstelen hebben in het aquarium de neiging door te groeien naar het wateroppervlak. Dit zou men kunnen verhinderen door de planten geleidelijk (gedurende maanden) te laten wennen aan hogere waterstanden, te beginnen met enkele cm. |
Rijke bodem |
BODEM: geen specifieke eisen. Een rijkere bodem met klei of leem verdient de voorkeur. |
Sterk |
BELICHTING: vrij sterke belichting nodig. Daglicht is ideaal. |
Vegetatief |
VERMEERDERING: in de natuur zowel vegetatief als via sporen die aan de voet van het blad in sporenkapsels gevormd worden. In het aquarium uitsluitend vegetatief door stengeldeling. |
|
BIJZONDERHEDEN: al bij al geen gemakkelijke plant omwille van de sterke neiging tot "doorschieten" en de eerder lage temperatuur. |