|
IDENTITEIT: orde: Gentianales; familie: Menyanthaceae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: ln 1753. door C. Linnaeus als Menyanthes indica ln Spec. plant.:145, ln Nympholdes geplaatst door Kuntze ln 1891. |
|
SYNONIEM: zeer talrijk; o.m. Menyanthes petioliflora; Nymphoides eckloniana; Limnanthemum ecklonianum; Villarsia indica; enz. .. |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
Kan zeer groot worden |
MAXIMALE GROOTTE: zeer stevige waterplant met drijvende bladeren. Bladeren kort gesteeld of zittend. Bladschijf 5 tot 40 cm overdwars. Bloemen tot 5 cm groot. Vruchten tot 8 mm groot. |
|
HOUDBAARHEID: weinig eisende soort die wel prijs stelt op veel licht en een temperatuur boven 20°C. Vanwege de grootte niet zo evident voor het aquarium. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Vermeerdering |
Zuurtegraad pH |
|
|
|
Totale hardheid °DH |
|
|
Temperatuur °C |
|
|
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
VERSPREIDING: Zuidoost-Azië; Australië; Equatoriaal Afrika; Fiji Archipel. |
|
|
|
BIOTOOP: volgens Prof. de Wit komen uit Kameroen twee vormen voor, een met lange en een met korte stijl. De eerste het beter in het palludarium, luchtvochtigheid = 100 %. temp. 30°C. veel (zon-)licht. |
|
GEDRAG: zeer snelle groei in goede omstandigheden. |
|
BODEM: geen specifieke eisen, de plant is meestal drijvend. |
|
BELICHTING: in het aquarium: veel licht; in het palludarium: zonlicht indien mogelijk. |
Via zaad of vegetatief |
VERMEERDERING: vruchtbare zaden worden alleen gevormd door kruisbestuiving van ongelijk stijlige planten. Ze kiemen in een slijkbodem met enkele cm water. De waterstand wordt verder aangepast aan de groei. Ook scheuren van grote planten is mogelijk. Ook wortelen afgesneden bladeren die met de steel in modder gedompeld worden. |
|
BIJZONDERHEDEN: kruisingen en hybriden met andere soorten zijn mogelijk. |