Foto: Peter de Batist
IDENTITEIT: orde: Squamata; familie: Iguanidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1832, door Voigt | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: roodkeel anolis. | |||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: mannetjes tot 22 cm | |||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: de man heeft een roze keelzak en een verdikte staartwortel. De vrouwtjes bezitten meestal een witte rugstreep | |||||||||||||||||||||||||
HOUDBAARHEID: worden in gevangenschap drie tot vier jaar oud. In de natuur is dit beduidend minder. Een hoog terrarium (L=60 cm x B=40 cm x H=60 cm) met Sansevieria, grotere kokerbromelia's en klimopsoorten, kan een paartje herbergen. Takken en wanden in kurkschors of kokosvezelplaten voorzien. | |||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: USA: Florida, Texas en Zuid-Virginia als originele stamplaats. | |||||||||||||||||||||||||
Territorium Kleurwijziging |
BIOTOOP: bomen en struiken tot een hoogte van 5 m in het regenwoud | ||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: zo elk mannetje geen territorium van 1 m 2 bezit, zijn ze zeer agressief tegenover elkaar. Dit leidt tot zware verwondingen en zelfs tot de dood. Ook vrouwtjes kunnen agressie vertonen. Naargelang hun stemming, stress, gezondheid, temperatuur en vochtigheid kunnen ze snel verkleuren naar bruin en zelfs grijs. Dagactief. Wildvangdieren stoten in het begin wel eens hun staart af (neotenie). Dan moet voor een ruime gift aan vitamines en mineralen gezorgd worden. | |||||||||||||||||||||||||
BODEM: handvochtige, losse en onbemeste bladgrond. | |||||||||||||||||||||||||
VOEDSEL: doordat ze het water oplikken van de planten, moet men minstens éénmaal per dag sproeien. Kokerbromelia's zorgen voor een continue watervoorraad. Er wordt aan volwassen dieren slechts om de twee dagen met krekels, wasmotten, sprinkhanen, spinnen (geen kruisspinnen), fruit- en huisvliegen of weideplankton gevoederd. Tijdens de rustperiode het aanbod verminderen. | |||||||||||||||||||||||||
Harem Kannibalisme |
VOORTPLANTING: naargelang de grootte van het terrarium kan men één of meer extra vrouwtjes toevoegen. De man werft door kopknikken en het opzetten van de keelzak. Het vrouwtje wordt in het nekvel gegrepen en tijdens de paring zo vastgehouden. Bloeding en blijvende merktekens zijn normaal. Na 2 tot 3 weken worden 2 eieren in de vochtige bodem verstopt. De eieren - absoluut zonder hun stand te veranderen - liefst in een incubator laten uitkomen om kannibalisme te vermijden. Na ongeveer 40 dagen kippen de eieren. Een jaarlijkse rustperiode is noodzakelijk. Tussen eind maart en begin oktober kan een vrouwtje om de 14 dagen één tot twee eieren afzetten. De jongen meermaals per dag voederen met fruitvliegen en pas ontloken krekels of wasmotten. | ||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: is geschikt voor beginners. Als gezelschap in een groot terrarium kan de bodembewonende bruine anolis (Anolis sagrei) dienen. Soms worden ze omwille van de kleuraanpassing verkeerdelijk "valse kameleon" of "Amerikaanse kameleon" genoemd. |