|
IDENTITEIT: orde: Anura; familie: Discoglossidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1890, door G. Boulenger, als Bombinator orientalis, in Ann. Mag. Nat. Hist. (6)5:143. |
|
SYNONIEM: Bombinator orientalis. |
|
NEDERLANDSE NAAM: Chinese of Koreaanse vuurbuikpad. |
|
MAXIMALE GROOTTE: 6 cm |
Paringskussentjes. |
GESLACHTSONDERSCHEID: de mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes en hebben kleine paringskussentjes op hun duimen. |
Ideaal beginnersdier. |
HOUDBAARHEID: ideaal beginnersdier voor in een palludarium. De padjes zijn niet veeleisend maar het water moet altijd proper zijn. Een filtertje of geregeld water verversen is dus aan te raden. Voor het landgedeelte kan men potgrond gebruiken, aangekleed met mos en andere planten, zodat de diertjes voorzien worden van de nodige schuilplaatsen. Enkele waterplantjes kunnen ook nooit kwaad. |
|
|
Milieu dag / nacht |
Terrarium dag / nacht |
Kweek |
Temperatuur °C |
30 / 15 |
28 / 18 |
20 |
Relatieve vochtigheid % |
70 / 90 |
65 / 90 |
|
Licht |
zon en schaduw |
TL86-96 of spots |
|
|
|
VERSPREIDING: China, Korea en Oost-Rusland. |
|
|
Stilstaande poelen. |
BIOTOOP: bewoners van stilstaande poelen of langzaam stromende beekjes. |
Dagactief. |
GEDRAG: dagactief. De padjes lopen veel heen en weer tussen het land- en watergedeelte. Als ze zich bedreigd voelen, dan duiken ze onmiddellijk het water in. Op het land gaan ze op hun rug liggen en gebruiken ze hun felgekleurd buikje als afschrikmiddel. |
Insecten. |
VOEDSEL: kleine insecten, regenwormen. |
|
KWEEK: na een winterrust bij 5 à 15°C. Dan goed voeren en zorgen voor fris, helder water. De eitjes kippen na enkele dagen. De dikkopjes voeren met algentabletjes of droogvoer voor vissen. Opletten met dit laatste voor vervuiling. Veelvuldig water verversen. De kikkertjes opkweken met Drosophila melanogaster, D. hydei, Musca domestica en Alphitobius diaperinus. |
|
BIJZONDERHEDEN: in de zomer kunnen deze diertjes zonder problemen in een tuinvijvertje gehouden worden. Let er wel op dat mogelijke vijanden (katten, reigers, enz?) de padden niet kunnen verschalken. |