Foto: Hugo Vits
IDENTITEIT: orde: Squamata; familie: Iguanidae. | ||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1789, door Bonnaterre als Lacerta cornuta, in Tab. Encyclo. Metod. Règne Nature, Herp.:40 | ||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Cyclura ornafa; Metopoceros cornuta. | ||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: neushoornleguaan. | ||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 120 cm, meestal 100 cm, waarvan het lichaam 40 cm en de staart 60 cm. | ||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: beide geslachten hebben een kamloze en bij de mannetjes meer uitgesproken, keelzak. Het mannetje heeft een krachtigere kop en bezit drie stompe, kegelvormige hoorns op de neus. Eénmaal volwassen vertoont de kop twee grote builen op het achterhoofd. Bij de volwassen vrouwelijke exemplaren is deze helmvormige aanwas veel zwakker ontwikkeld. Zij hebben slechts een zwakke aanduiding van de - bij hun niet verder ontwikkelde - hoorns en bezitten langs de zijkanten van de kop een reeks hoornachtige "schoonheidsknobbels" | ||||||||||||||||||||||||||
Door de Conventie van Washington beschermd Geen koude zones, anders sterft de staart af |
HOUDBAARHEID: met een terrarium van minstens 1 m² inhoud, maar beter 3 tot 6 m², vraagt C. cornuta toch wel wat ruimte. Verder stellen neushoornleguanen de terrariumliefhebber voor geen enkel probleem en kunnen samen met groene Ieguanen, Iguana iguana gehouden worden. | |||||||||||||||||||||||||
|
| |||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Hoofdzakelijk op Haïti en enkele aangrenzende eilanden van de Dominicaanse republiek | ||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: hoofdzakelijk op Haïti en enkele aangrenzende eilanden van de Dominicaanse Republiek. Er heerst een tropisch klimaat. De Cyclura bewonen droge rots- en steppegebieden en savannen met doornstruiken en cactussen. Ze hebben in hun onmiddellijke omgeving steeds een schuilplaats die o.a. kan bestaan uit een boomholte of een hol in de bodem. Hun natuurlijke vijanden zijn de mens, haviken en slangen (Boa's). | ||||||||||||||||||||||||||
Dagactief | GEDRAG: van nature uit zijn het schuwe, dagactieve en bodembewonende dieren die bij het minste gevaar in de beschuttende vegetatie wegvluchten. Cyclura kunnen krachtig bijten en rake klappen uitdelen met hun staart. De mannetjes zijn zeer territorium gebonden en verdedigen deze plaats hardnekkig tegen rivalen. Alleen vrouwtjes en jonge dieren worden in het gebied geduld. De vrouwtjes leven soms in hetzelfde hol als hun mannetje, maar ook wel in aparte holen er naast. | |||||||||||||||||||||||||
insecten tot gewevelde dieren en planten | VOEDSEL: jeugdige dieren leven hoofdzakelijk van insecten, slakken en andere kleine dieren; oudere dieren eten allerhande knaagdieren. Op het menu staat ook plantaardige kost, fruit en cactussen. Ze schijnen geen hinder te ondervinden van de stekels. Ze nemen ook hagedissen, waarbij ook hun eigen jongen niet veilig zijn.Verder eten ze nog jonge vogels en kleine zoogdieren. ln het terrarium nemen ze reepjes vlees, gekookte rijst en een brij van gekookte aardappelen en wortelen. Ze zijn verlekkerd op geweekt brood dat, omdat het aanleiding geeft tot vervetting, niet te veel mag gegeven worden. Ook eten Cyclura graag regenwormen, muizen en zelfs cavia's. | |||||||||||||||||||||||||
De Zoo van Frankfurt kweekt sinds 1992 met succes deze dieren Er is nog een kweekstation in het zuiden van de Verenigde Staten en een in Australie. |
KWEEK: in een zelfgegraven hol, dat nadien zorgvuldig wordt toegedekt, legt het vrouwtje, per keer, 15 tot 20 zachtschalige eieren. De eieren vragen een constante broedtemperatuur en komen na ongeveer 90 dagen uit. ln gevangenschap duurt de broedtijd 113 tot 121 dagen bij een temperatuur van 27-28°C. De 26 tot 28 cm grote jongen wegen bij de geboorte 40 tot 46 gram. De jongen hebben, in een opening in het schedeldak, een 3de - paritaal - oog, met een netvlies en een lens. Dit oog fungeert voor het waarnemen van het dag- en jaargetijdenritme. | |||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: door de afgebakende en van elkaar geïsoleerde verspreidingsgebieden, hebben zich talrijke Cyclura-soorten en ondersoorten gevormd. Schwartz & Carey spreken over 8 soorten en 14 ondersoorten. Alle Cyclura-soorten zijn met uitsterven bedreigd en wettelijk beschermende maatregelen gelden ook voor deze diersoorten. De grote boosdoener is een, door menselijke ingrepen ontstane, faunavervalsing. Geiten en ezels eten alles kaal, honden en katten jagen op de jongen, varkens graven de eieren uit, enz... Daarenboven zijn leguanen ook voor de mens een goede bron van dierlijke eiwitten. Update 2019 - Deze soort komt niet voor op Positieflijst Reptielen Vlaanderen (2018). |