Foto: A. Bijnens.
IDENTITEIT: orde: Squamata; familie: Iguanidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1758, door Linnaeus, als Lacerta igvana, in "Systema Naturae" 10de ed. pag. 206 | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Lacerta iguana. | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: groene leguaan. | |||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 130 cm. | |||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: het mannetje ontwikkelt een hogere kam, is levendiger groen en heeft 8-10 eeltknobbeltjes aan de binnenzijde van de bovendij. | |||||||||||||||||||||||||
Boombewonend | HOUDBAARHEID: eenvoudig te verzorgen en snel aan gevangenschap wennende dieren. Verlangen een vrij hoog en ruim verblijf met veel klimgelegenheid en een waterbekken. Het is een boombewonende soort. Directe zonnestraling is te verkiezen boven spot of warmtelamp. | ||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Noord- en Zuid-Amerika tussen de keerkringen.. | |||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: tropisch regenwoud. Bij voorkeur aan kusten en oevers van grote rivieren, maar ook aan kleinere rivieren en op savannes. | |||||||||||||||||||||||||
Opletten voor zwiepende staart! | GEDRAG: in het terrarium vrij rustig, maar bij behandeling kan de zwiepende staart schade en kwetsuren veroorzaken. Kan met bodembewonende reptielen samengehouden worden (schildpadden, varanen). Zonnen bij voorkeur op een tak boven water. Ze kunnen behoorlijk zwemmen. | ||||||||||||||||||||||||
Groenvoer-eter | VOEDSEL: allerlei groenvoer: sla, andijvie, gehakte wortelen, appels, banaan. Aangevuld met gekookte rijst, geweekte hondenbrokken en vitamines (Pecutrine, Sanal). Ook enkele ronde kiezeltjes voorzien in het voederbakje. Die eten ze mee op om de spijsvertering te stimuleren. | ||||||||||||||||||||||||
Eieren incuberen in broedstoof | KWEEK: geslachtsrijp op 4-5 jaar. ± 60 dagen na de paring worden 25-60 eieren gelegd in een in het zand gegraven hol van soms 2 m diep en 30-60 cm onder de grond. Incubatie van de eieren in een broedstoof op 32 °C gedurende 70-110 dagen bij hoge relatieve vochtigheid. De eieren zijn 30-46 x 23-29 mm en wegen 11-17 g. De jongen meten 16-24 cm en wegen 7-12 g. | ||||||||||||||||||||||||
Opletten op deficiëntieziekten | BIJZONDERHEDEN: ontlasting geschiedt bij voorkeur in het water of op de favoriete boomtak, wat zuiver houden van het terrarium vereenvoudigt. Vooral pas geïmporteerde dieren hebben ectoparasieten (teken, mijten). Behandeling met 0,2 % Neguvon. Worminfecties zijn ook algemeen bij wildvang. Behandeling met Ripercol. Deficiëntieziekten: vitamine D-, calcium- en fosforgebrek. Dergelijke dieren liggen meer op de grond dan op takken en schuren met de buik op de grond. Behandeling en preventie: 1 g/kg lichaamsgewicht Gistocal of Pecutrine bijvoeren. Er zijn 2 ondersoorten: I. i. iguana: van Mexico tot Zuid-Brazilië en Paraguay; I. i. rhinolopha: heeft hoornachtige uitsteeksels op de neus. Van Veracruz (Mexico) tot Zuid-Costa Rica. Update 2019 - Deze soort komt niet voor op Positieflijst Reptielen Vlaanderen (2018). |