Linnaeus, 1758
Foto: By R. Stuart-Smith, (edit by BBAT) CC BY 3.0, via Wikimedia Commons
Foto: By R. Stuart-Smith, (edit by BBAT) CC BY 3.0, via Wikimedia Commons
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Acanthuridae. | |||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: In 1758, door C. Linnaeus, als Chaetodon nigricans in Systema Naturae : 274 | |||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: Acanthurus glaucopareius, Acanthurus aliala | |||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: Fluwelen doktersvis | |||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: Worden tot ongeveer 18 cm | |||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: | |||||||||||||||||||||||||
| Ruim aquarium | HOUDBAARHEID: Een groot aquarium met meerdere schuilplaatsen is een absolute voorwaarde. Past zich het best aan in een sterk bealgd aquarium. Houdt absoluut niet van plotse en ingrijpende wijzigingen in de waterchemie noch van grote schommelingen in de temperatuur. Het verbleken van het kleurpatroon en/of het verschijnen van dwarsbanden duiden op onbehagen of schrik. Bij goede verzorging is hij niet moeilijk houdbaar en kan men er vele jaren van genieten. | ||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Oostelijke lndische Oceaan, Indo-Australische Archipel en Stille Oceaan | |||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||
| Veel schuilplaatsen | BIOTOOP: Vooral aan te treffen op koraalriffen. Hoewel ze daarin een soort schoolverband leven, houden ze ten opzichte van elkaar een eerbiedige afstand, hetzij zowat een halve meter. | ||||||||||||||||||||||||
| Agressief tegen- over soortgenoten |
GEDRAG: Snelle en onrustige vis. Het zwemmen gebeurt vooral met de borstvinnen. Zeer agressief tegenover soortgenoten, zelfs in die mate dat het gezelschap van Acanthurus japonicus en A. Ieucosternon gewoon uitgesloten is. Ook op medebewoners worden aanvankelijk schijnaanvallen uitgevoerd, waarbij Acanthurus nigricans, met uitgeklapte doorn op de staart, snel in cirkelvormige banen omheen de andere bewoner zwemt. Indien deze schijnaanvallen dreigen te ontaarden in ware gevechten, moet de aquariumhouder ingrijpen, door één van de betrokken vissen een ander onderkomen te bezorgen. | ||||||||||||||||||||||||
| Veel algen; verder dierlijk voedsel | VOEDSEL: Groenvoer is het hoofdbestanddeel: vooral algen, maar ook spinazie en sla komen in aanmerking. Verdere afwisseling in het menu: visvlees, aasgarnaaltjes, mosselvlees en ander dierlijk voedsel, zoals Tubifex, krab, garnalen en zelfs geschraapte lever. | ||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: | |||||||||||||||||||||||||
| Jeugdtekening | BIJZONDERHEDEN: De jeugdtekening omvat een zestal donkere dwarsbanden. Het in het volwassen stadium vaag herverschijnen van die banden werd in de rubriek 'Houdbaarheid' reeds uitgelegd. Wordt veel verward met Acanthurus japonicus, de Filippijnse doktersvis. Toch zijn er duidelijke uiterlijke verschillen waarneembaar. In de literatuur meestal betiteld als A. glaucopareius, doch door J. E. Randall, 1987, beschouwd als identiek aan A. nigrícans. |
