|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cirrhitidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1927, door Morubray, als Pseudocirrhites pinos, in C. Breder, Bull. Bingham, Oceanog. Coll. 1(1): 48. |
|
SYNONIEM: Amblycirrhitus earnshowi |
|
NEDERLANDSE NAAM: Caribische koraalklimmer |
|
MAXIMALE GROOTTE: 10 cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: Onbekend |
Slechts één exemplaar per bak |
HOUDBAARHEID: past zich goed aan in het aquarium. Zeer geschikt voor het lagere dierenaquarium met rifformaties en schuilmogelijkheden. Slechts één exemplaar in de bak onderbrengen. Decoratie onregelmatig met verschillende hoogtes aanbrengen. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
|
|
Totale hardheid °DH |
|
|
|
Temperatuur °C |
24 - 25 |
24 - 25 |
|
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Caraibisch gebied en waarschijnlijkde eilanden St. Helena en Acension. |
|
|
|
BIOTOOP: leeft in de natuur tussen en onder overhangende koraalformaties, wachtend op voorbij zwevend voedsel. |
Territoriumvormend |
GEDRAG: actieve en sterke vis. Nogal agressief tegenover soortgenoten. Maakt zich baas in zijn gebied. Ligt vaak steunend op de borstvinnen tussen de rifformaties. "Springt" als het ware van de ene plaats naar de andere. |
Levend plankton |
VOEDSEL: klein levend dierlijk plankton is ideaal. Springt met forse stoot naar het voedsel toe en verdwijnt ermee in de schuilplaats. |
|
KWEEK: |
|
BIJZONDERHEDEN: de door Lubboch, 1978 beschreven A. earnshowi met verspreiding rond het eiland Ascension is sterk gelijkend maar blijft veel bleker van lichaamskleur. Misschien een plaatselijke variant. |