Foto: Aimé Bijnens
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Chaetodontidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1758 door C. Linnaeus als Chaetodon rostratus in "Systema Naturae" 10de ed.:273. | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: pincetvis. | |||||||||||||||||||||||||
Natuur: 17 cm Aquarium: 10 cm |
MAXIMALE GROOTTE: in de natuur 17 cm, maar in het aquarium slechts tot 10 cm. Groei verloopt traag. | ||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: | |||||||||||||||||||||||||
Moeilijk in acclimatisatieperiode |
HOUDBAARHEID: omtrent de houdbaarheid van C. rostratus lopen de meningen nogal sterk uiteen. Hoofdzaak is pas geÏmporteerde exemplaren grondig te bekijken. De kwaliteit is sterk variabel van de ene import tegen de andere. Bij de pincetvis kan men beslist merken wanneer men met een goed individu te doen heeft. De dieren zijn dan vrij levendig en accepteren meestal van bij het begin aangeboden voedsel. Bij minder goede zendingen zijn de vissen ontkleurt en mager, best te merken doordat het gedeelte boven de ogen en het voorste deel van de rug sterk zijn ingevallen. Dieren die in slechte conditie zijn aangekomen herstellen slecht. Als hoofdregel kunnen we echter stellen dat C. rostratus in zijn omvangrijke familie toch tot de gemakkelijkst te houden vlindervissen behoort, al is hij zeker geen beginnervis. | ||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Indo-Australische archipel tot Nieuw Guinea, Mauritius, Indië, Filippijnen. | |||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: koraalriffen; waar hij solitair of paarsgewijze, sporadisch ook in groep, voorkomt. | |||||||||||||||||||||||||
Verdraagzaam tegen medebewoners. |
GEDRAG: tegenover medebewoners is C. rostratus vredelievend met uitzondering van soortgenoten, waarbij het zwakste exemplaar onverbiddelijk wordt nagezeten. Tijdens recente waarnemingen is gebleken dat 2 dieren elkaar frontaal het hoofd rammen, waarbij ze schuin tegenover elkaar staan. In deze schuine houding draaien ze dan snel om elkaar heen. Dit duurt een aantal sec. waarna de dieren uit elkaar gaan. | ||||||||||||||||||||||||
Dierlijk. | VOEDSEL: vele exemplaren gaan onmiddellijk aan het eten en nemen alle soorten dierlijk voer, zowel levend als diepvries. Dikwijls echter weigeren sommige individuÕs alle voer. Oplossing kan zijn de dieren te isoleren en in ruime mate te voorzien van levend voedsel (Mysis of volwassen Artemia). Ook samenbrengen bij andere vissen die wel eten is een remedie, doch dit mogen dan geen snelle eters zijn zodat de pincetvis de kans krijgt aarzelend een deeltje mee te pikken. Eenmaal aan aquariumomstandigheden aangepast en goed doorvoed, hebben ze nog weinig last van voedselconcurrentie en staan ze hun mannetje, ook tussen gulzige eters. | ||||||||||||||||||||||||
KWEEK: | |||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |