|
IDENTITEIT: orde: Labroidei; familie: Labridae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: In 1834, door Bennett, als Labrus formosus, in Most remarkable and interesting fishes of Ceylon, First Edition |
|
SYNONIEM: Labrus formosus |
|
NEDERLANDSE NAAM: Bijouterie-vis |
|
MAXIMALE GROOTTE: ln de natuur 40 cm, in het aquarium ca. 20 cm | |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: |
Gemakkelijk houdbaar |
HOUDBAARHEID: Coris formosa is zeer gemakkelijk te houden. Meestal worden jonge dieren geïmporteerd, die als eerste voedsel vooral kleine kreeftachtigen en allerhande ander klein voer nemen. Aangezien ze graag de nacht in het zand doorbrengen, moet een aanzienlijke laag aanwezig zijn. Bij aankoop letten we best op de buikpartij, die jammer genoeg dikwijls ingevallen is. Te kleine dieren mogen niet samengehouden worden met grotere vissen als keizers en dergelijke, die het kleine grut zeker niet zullen duiden. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
8,0 - 8,3 |
7,8 - 8,4 |
|
Dichtheid |
1,024 |
1,022 - 1,028 |
|
Temperatuur °C |
25 - 27 |
24 - 28 |
|
|
|
VERSPREIDING: Indische en Stille Oceaan |
|
|
|
BIOTOOP: Indische en Stille Oceaan: jonge dieren vinden we in zeegrasvelden of op plaatsen met ondiep water en een zanderige bodem. De oudere dieren verkiezen de koraalriffen en lagunes. |
Verschuilen zich onder 't zand Jongen lijken op Coris gaimard |
GEDRAG: Deze vissen kunnen bij echt of vermeend gevaar, razendsnel in de zandbodem verdwijnen. Ze boren zich onder het zand nog een eindje verder, zodat ze nooit op de plaats te vinden zijn waar ze eigenlijk in het zand verdwenen zijn. Jonge dieren, die nog met het jeugdkleed getooid zijn, lijken sterk op Coris gaimard. Ze zijn te onderscheiden aan de rugvin, die bij C. formosa wel en bij C. gaimard geen zwarte vlek draagt. Ze kunnen goed in schoolverband gehouden worden, maar eens de omkleuring begint, dulden ze geen soortgenoten meer. |
Alleseter |
VOEDSEL: C. formosa eet in feite alles wat gegeven wordt. Vooral gedurende de acclimatisatie echter moeten we zorgen voor Artemia, Cyclops, mosselvlees en dergelijke. Een dier dat zorgvuldig werd overgewend, geeft doorgaans geen problemen meer bij het houden. |
|
KWEEK: |
|
BIJZONDERHEDEN: |