(Linnaeus, 1758)
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Chaetodontidae. | |||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: in 1758, door C. Linnaeus, als Chaetodon acuminatus, in Systema Naturae 10e ed.:272. | |||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: wimpelvis | |||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: worden tot ongeveer 20 cm (sommige bronnen spreken zelfs van 25 cm), maar blijven in het aquarium iets kleiner | |||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: | |||||||||||||||||||||||||
| Ruim aquarium Goed houdbaar |
HOUDBAARHEID: levendige zwemmer, welke houdt van een vrije zwemruimte. Gewent zeer vlug aan de aquariumomstandigheden. Niet agressief ten opzichte van soortgenoten, zodat meerdere exemplaren kunnen samen gehouden worden. Ook tegenover andere vissen tonen ze alleen vreedzame bedoelingen. Kunnen vrij oud worden bij een goede verzorging. De sterk verlengde vierde rugvinstraal is veelal het doelwit van andere vissen zoals trekkervissen, lipvissen en kogelvissen. Het is dan ook raadzaam deze soorten niet in hun gezelschap te brengen. Oppassen bij een behandeling in het aquarium met koper: ze vertonen een grotere gevoeligheid hiervoor dan andere wimpelvissen. | ||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Rode Zee (Golf van Aqaba), Indische en Stille Oceaan. | |||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: minder aan te treffen op koraalriffen, maar veeleer in ondiepe kustgebieden, lagunen en riviermondingen. In hun jeugd verblijven ze dikwijls in brakke waters | |||||||||||||||||||||||||
| Vreedzaam | GEDRAG: vreedzaam. Vertoont niet zelden (vooral in het jeugdstadium) enig poetsgedrag, maar dit groeit soms uit tot het lastigvallen van andere vissen, vooral deze die een kleine vlekken als kleurtekening vertonen. Niet geschikt voor het lagere-dieren-aquarium, daar ze zich te goed doen aan deze lekkernijen. | ||||||||||||||||||||||||
| Geen lagere dieren als gezelschap. Levend voedsel. |
VOEDSEL: in de natuur voeden ze zich met allerlei organismen die te vinden zijn tussen de algbegroeiing in hun vindgebied. In het aquarium nemen ze zowel Tubifex als muggenlarven. Ook aasgarnaaltjes worden genoemen, waarbij we de eigenaardigheid kunnen vaststellen dat ze er de kop van afbijten en alleen het lichaam van de garnaal als voedsel aanzien. | ||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: | |||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: |
