Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Pomacanthidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: In 1787, door M. BIoch. als Chaetodon imperator in Nat. Gesch. Ausl. Fishe Ill: 51. | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Holacanthus imperator - H. nicobariensis | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Keizersvis | |||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: In een aquarium wordt hij tot 20 cm. maar in de natuur kan dit wel 30 cm worden | |||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: | |||||||||||||||||||||||||
Territoriumvormend | HOUDBAARHEID: Zelfs jonge dieren vormen een territorium, waarin zij geen soortgenoten noch andere keizersvissen dulden. Een zeer ruim aquarium, met veel schuilgelegenheden, is een strikte noodzaak. Slechts één jong exemplaar aanschaffen en - indien dit mogelijk is - als laatste in het gezelschap inbrengen. Een jong dier is niet zo moeilijk aan te passen aan de geboden aquariumomstandigheden; een ouder dier daarentegen stelt de liefhebber doorgaans voor onoverkomelijke moeilijkheden. In een aquarium met lagere dieren zou deze vis het best leuk vinden, maar of de geldbeugel van de eigenaar hat lang zou kunnen volhouden, is een andere vraag. Mogelijk maakt het gebrek aan bepaalde vitamines hem gevoelig voor blindheid en huidinfecties van Oodinium oceIIatum en Cryptokarion. Zeker niet aan te raden voor beginnende liefhebbers; enige ervaring met het zeeaquarium is nodig. | ||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Indische en Stille Oceaan en de Rode Zee | |||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: Doorgaans als solitair op de koraalriffan. Volwassen leven ze soms (waarschijnlijk enkel tijdens de paartijd) per stel. Waarnemingen in de natuur vermelden een vorm van poetsgedrag bij jonge dieren. | |||||||||||||||||||||||||
Agressief | GEDRAG: Jong of oud, een imperator blijft steeds agressief tegenover soortgenoten en andere keizersvissen. Een paartje in éénzelfde (liefhebbers-) aquarium ongeschonden verzorgen, is dan ook een grote zeldzaamheid. Zelfs andere, nieuw ingebrachte medebewoners moeten het ontgelden. | ||||||||||||||||||||||||
Klein, levend dierlijk voedsen | VOEDSEL: Klein, Ievend dieriijk voedsel geven bij de aanvang. Na enige gewennig nemen ze ook Tubifex, stukjes regenworm, stukjes mossel, visvlees en dergelijke. Enig groenvoer (zoals sla, spinazie en algen) kunnen op het menu aangeboden worden. Vooral oudere dieren kunnen zeer kieskeurig zijn bij het eten. Het voedsel moet altijd in kleine stukjes aangeboden worden. Daarenboven zijn het eerder trage eters, zodat ze best niet in gezelschap van grote slokkers worden gehouden. | ||||||||||||||||||||||||
KWEEK: | |||||||||||||||||||||||||
Jeugdtekening | BIJZONDERHEDEN: Jeugdtekening: afwisselend blauwe en witte strepen op een donkere ondergrond. Het is de enige soort waarbij enkele strepen een volledige cirkel vormen. |