Foto: Harry Voet
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Chaetodontidae. | |||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: In 1853, door P. Bleeker, als Holacanthus xanthometopon, in Nat. Tijdschr. Ned. Ind. 4:258. | |||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Euxiphipops xanthometopon | |||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Blauwe keizersvis | |||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: Zoals bij de meeste aquariumvissen, blijft ook deze soort in het aquarium veel kleiner dan in de natuur, waar gemakkelijk 30 cm gehaald wordt. Met een maximale maat van 20 cm in het aquarium, blijft hij toch nog bij de "grote" vissen behoren. | |||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: | |||||||||||||||||||||||||
HOUDBAARHEID: Vergt, gezien zijn grootte, een ruim aquarium, waarbij de decoratie een zekere rol vervult als afgrenzing van de onderscheiden territoria. Vooral jonge dieren zijn door een geoefend liefhebber gemakkelijk aan te passen aan de normaal gestelde aquariumomstandigheden. Volwassen dieren zijn - niet alleen vanwege de hoge prijs - af te raden, omdat ze doorgaans het geboden voedsel weigeren. Ook jonge en opgroeiende dieren houden niet van een druk gezelschap, omdat ze te sterk lijden aan voedselconcurrentie. Zoals steeds is de aanpassing sterk afhankelijk van het feit of zij samen met de overige bevolking worden ingebracht of als laatkomer nog moeten proberen een stekje te vinden in het aquarium. Vertoont geen grotere gevoeligheid voor ziekten dan andere keizersvissen. | |||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Oostelijke Indische tot de Malediven. Stille Oceaan. Indo-Australische Archipel. | |||||||||||||||||||||||||
Territorium | BIOTOOP: Hoewel het territoriumvormers zijn, worden ze in de natuur toch vaak paarsgewijs aangetroffen op koraalriffen. | ||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: Eenmaal aangepast, zijn het goed houdbare dieren, welke best te verzorgen zijn in het gezelschap van kleinere vissen. Zijn gebied verdedigt hij hardnekkig tegen soortgenoten en andere keziersvissen. | |||||||||||||||||||||||||
- Geen voedselproblemen - Ook groenvoer |
VOEDSEL: ln de natuur voeden ze zich waarschijnlijk met sponzen. ln het aquarium nemen ze - naast algen - allerlei kleine, levende Voedseldieren, zoals Mysis, Praunus, Daphnia, Artemia en kleine garnaaltjes. Ook mosselvlees, aangeboden in de schelp, wordt aanvaard. Bij gebrek aan algen, zouden ze zelfs diepvriesspinazie aannemen. | ||||||||||||||||||||||||
KWEEK: | |||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: Blijven lang een vorm van schuchterheid hebben en wagen zich niet gemakkelijk in een open zwemruimte. Binnen het genus Pomacanthus behoort P. xanthometopon tot het subgenus Euxiphipos. |