|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1943, door Puyo, als Aequidens itanyi, in Bulletin Société d'Histoire Naturelle, Toulouse v. 78 |
|
SYNONIEM: Aequidens itanyi |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
|
MAXIMALE GROOTTE: 12 tot 14 cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: De vrouwtjes zijn iets kleiner en minder kleurrijk. De buik-, rug- en aarsvinnen van de mannetjes zijn verlengd. |
Groot aquarium |
HOUDBAARHEID: Kunnen met andere grote vissen, i.z. cichliden, samengehouden worden. Aquarium van redelijke afmetingen omdat ze uitgebreide territoria kiezen. Worden ze te klein gehuisvest, dan krijgen ze gauw de naam van "ruziemakers". Robuuste planten in kleine bloempotjes ofwel de plantenwonels afdekken met stenen. Losse stenen in het zand ingraven; deze dienen zeer dikwijls voor de afbakening van de onderscheidene territoria. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
7 - 7,5 |
7 - 7,5 |
Totale hardheid °DH |
|
10 - 15 |
10 - 15 |
Temperatuur °C |
|
23 - 25 |
23 - 25 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Oostelijk Guyana en Suriname: bevloeiingsysteem van de Itanyirivier. |
|
|
|
BIOTOOP: Het ganse bevloeiingssysteem van de Itanyirivier in oostelijk Guyana. Ook in Suriname komen de vissen ruim verspreid voor, zodat geen typisch biotoop kan omschreven worden. |
Niet agressief bij voldoende ruimte |
GEDRAG: Gedrag wordt in de eerste plaats door de omgeving bepaald: bij voldoende ruimte ziin ze niet agressief. Vragen een actieve waterbeweging (filtering) en een regelmatige watarverversing. |
Alle voedsel |
VOEDSEL: Nemen alle gebruikeliike voedseldieren in aangepaste grootte. |
Substraatbroeder |
KWEEK: Substraatbroeder, vlakke steen als paaiplaats. Broedzorg door beide ouders. Jongen worden aanvankelijk regelmatig van plaats verwisseld. Eerste voedsel Artemia-naupliën, kleine watervlooien, Cyclops e.a. De zwerm jongen wordt door de ouders samengehouden: uitschieters worden in de muil genomen en terug in de bende gespuwd. Rust rond het aquarium is vereist. Niet zelden wordt het eerste legsel door de ouders zelf opgegeten; een volgende nest wordt dan voorbeeldig opgekweekt. Als de dieren geen ander gezelschap hebben gaan geen jongen verloren tot de ouders aanstalten maken voor een nieuw legsel. Jongen dan overbrengen in een uitzwemmer. Snelle groei. |
|
BIJZONDERHEDEN: |