|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1936, door J. Pellegrin, als Apistogramma pertensis var. bitaeniata, in Bull. Soc. Nat. Accl. 83:56. |
|
SYNONIEM: Apistogramma klausewitzi; A. kleei; A. sweglesi. |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
|
MAXIMALE GROOTTE: 6 tot 8cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: geen probleem bij deze polygame holenbroeder. De mannetjes zijn duidelijk groter dan de tot 5 cm groot wordende wijfjes en hebben verlengde vinstralen. |
Zacht en lichtzuur water. |
HOUDBAARHEID: deze in zwartwater levende visjes zijn goed houdbaar in zacht en lichtzuur water. Ze voelen zich goed bij een temperatuur van 24 à 27 °C. Ze kunnen gehouden worden met andere klein blijvende vissen. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
6 - 7 |
7 |
6 |
Totale hardheid °DH |
1 - 3 |
3 - 10 |
3 - 6 |
Temperatuur °C |
23 - 26 |
23 - 26 |
26 - 27 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Zuid-Amerkia: Brazilië, Columbia, Peru. |
|
|
|
BIOTOOP: deze zeer mooie en attractieve soort is in Brazilië, Columbia en Peru te vinden. |
|
GEDRAG: goed houdbaar met andere kleine vissen die de middelste en de bovenste waterregionen bewonen, zoals neons en andere zalmpjes. |
Klein levend voedsel. |
VOEDSEL: alle soorten klein levend voedsel, in diepvriesvorm. Bij gebrek aan dit voedsel wordt droogvoer graag genomen. Er dient te worden opgelet met Tubifex aangezien ze, net als alle dwergcichliden, heel gevoelig zijn aan darmparasieten. |
Polygame holenbroeders. |
KWEEK: uitstekend geschikt is een aquarium van 100 cm lengte. Hierin kunnen dan een mannetjes met meerdere (bijvoorbeeld een drietal stuks) wijfjes. In zacht (3 tot 7 °DH) en lichtzuur water (pH = 6) met een temperatuur rond 27 °C, zetten de wijfjes spontaan eitjes af. Het mannetje bezoekt dan elk wijfje voor de bevruchting van het legsel. |
|
BIJZONDERHEDEN: bij deze zogenaamde man-moeder-familie bewaakt alleen het wijfje het legsel. Indien er meerdere wijfjes met een legsel zijn in hetzelfde aquarium, is het beter om het mannetje uit het aquarium te vangen. Bijna alle Apistogramma-soorten zijn polygame holenbroeders. Eén mannetje paart met meerdere wijfjes binnen zijn territorium. de wijfjes bezetten een (kleiner) territorium dat ze tegenover andere wijfjes verdedigen. |