Apistogramma nijsseni
Kullander, 1979

Apistogramma nijsseni
Foto: Robert Van Mossevelde

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: in 1979, door S. O. Kullander, als Apistogramma nijsseni in Bonn. Zool. Monogr. 14:61.
SYNONIEM:
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 4 tot 6 cm
GESLACHTSONDERSCHEID: bij volwassen dieren goed te onderscheiden. De mannetjes bezitten een mooie blauwe glans over het lichaam en hebben een lancetvormige rugvin met een rode zoom. De rood afgezoomde staartvin is bij beide geslachten goed zichtbaar. De mannetjes worden wat groter dan de wijfjes.
HOUDBAARHEID: voor het houden van deze mooie dwergcichlide zijn aquaria van 80 cm lengte uitstekend geschikt. Een fijnkorrelige, niet te donkere bodem met veel beplanting, is aan te raden. Kalkvrije stenen en kienhout zijn eveneens gewenst. In zuurstofrijk, zacht en lichtzuur water tonen de visjes ons hun mooiste kleuren.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 5 - 5,5 5,5 - 6 5 - 5,5
Totale hardheid °DH 0 2 - 5 1 - 4
Temperatuur °C 27 25 - 27 27 - 28
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Rio Ucayalli
Kaart voorkomen
BIOTOOP: hun natuurlijk verspreidingsgebied is het onderste deel van de Rio Ucayalli, ten noorden van de Peruaanse stad Pucallpa. Ze bewonen er kleine oerwoudbeken waar de hardheid van het water nagenoeg onmeetbaar klein is.
GEDRAG: goed samen te houden met andere kleine vissen die de middelste en bovenste waterregionen bewonen, zoals neons en andere zalmpjes.
VOEDSEL: ze lusten alle soorten klein levend voedsel, ook in diepvriesvorm. Watervlooien, Cyclops, rode en zwarte muggenlarven vallen in de smaak.
KWEEK: de kweek van deze polygame holenbroeder gebeurt in zoals hierboven beschreven aquaria. De rood gekleurde eieren (de kleur hangt van het voedsel af ) worden aan het plafond van het holletje afgezet en direct door het fel gekleurde mannetje bevrucht. Terwijl het mannetje de omgeving rond de broedruimte bewaakt, komen de eitjes na ongeveer 72 uren uit. Na 5 dagen zwemt het jongbroed uit. De jongen worden dan door beide ouderdieren fel beschermd tegen mogelijke belagers.
BIJZONDERHEDEN: op grond van de typische zwartkleuring van het wijfje tijdens de broedtijd, is deze soort met geen enkele andere Apistogramma-soort te verwisselen.
Bijna alle Apistogramma-soorten zijn polygame holenbroeders. Eén mannetje paart met meerdere wijfjes binnen zijn territorium. Ook de wijfjes bezitten een (kleiner) territorium dat ze tegenover andere wijfjes verdedigen
Bewerkt door:
Robert Van Mossevelde, november 2000
Laatst bijgewerkt op: 11-01-2011
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE