|
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cobitidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1852 door P. Bleeker als Cobitis macracanthus in
"Natuurkundig Tijdschrift Nederlands Indië", 3:603. |
|
SYNONIEM: Hymenophysa macracantha, Botia macracanthus |
|
NEDERLANDSE NAAM: clownmodderkruiper; prachtbotia. |
|
MAXIMALE GROOTTE: zelden meer dan 20 cm. |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: moeilijk te onderscheiden. Borst- en buikvineinde scherper
bij de man. |
Rustige maar enigszins gevoelige vis. |
HOUDBAARHEID: ruim aquarium. Zachte zandbodem.
Cryptocoryne-beplanting. Steen- en kienhoutformaties of bloempotjes en kokosnootschalen als
schuilplaats. Woelen graag in turfmolm op de bodem. Helder zuurstofrijk water. Geen te felle belichting. Bij de
vangst uit het aquarium kan de oogdoorn vastraken in het schepnet. Zeer gevoelig aan witte stip. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
kweek |
Zuurtegraad pH |
5 - 7 |
6 |
|
Totale hardheid °DH |
0,5 - 3 |
2 - 5 |
|
Temperatuur °C |
25 - 28 |
ca 27 |
|
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Azië: Sumatra, Borneo en de daartussen
liggende eilandjes. |
|
|
|
BIOTOOP: in beschaduwde stilstaande en langzaam stromende wateren. |
Goede gezelschapsvis. |
GEDRAG: zeer vredelievende soort. Is actiever en niet zo'n uitgesproken
bodembewoner dan de andere Botia's. Liggen soms als dood op hun zij te rusten. Verblijven graag bij
soortgenoten en stoeien mee in een schooltje Sumatraantjes (zelfde kleur en lichaamstekening). Maken een soms
goed hoorbaar smakkend geluid. Groeien zeer traag op in het aquarium. |
|
VOEDSEL: zoeken graag naar eten in de zachte bodem. Tubifex, muggenlarven en
jonge slakjes worden uit het zand gehaald. Eten ook afval van droogvoer en dode watervlooien. Lusten ook
gekookte sla of spinazie. |
|
KWEEK: onbekend. Waarschijnlijk kunnen kweekomstandigheden in het aquarium niet
worden verwezenlijkt (regenseizoen?). Toch zijn reeds enkele toevalskweken in het aquarium gemeld. |
|
BIJZONDERHEDEN: er bestaat onzekerheid over het geslacht van de naam
Botia. Meestal wordt het als vrouwelijk aanzien, vandaar de uitgang -a bij de soortnaam. Specialisten
menen echter dat Botia veeleer onzijdig is en de uitgang van de soortnaam in dit geval mannelijk moet
zijn: macracanthus. |