|
IDENTITEIT: orde: Siluriformes; familie: Callichthyidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1855 door F. L. Castelnau als Callichthys splendens in "Ani. nou. rage...direc. du compte. F. Cast", 39. |
|
SYNONIEM: Callichthys taiosch, Brochis coerulus, B. dipterus, B. splendens, Corydoras semiscutatus, Chaenothorax bicarinatus |
|
NEDERLANDSE NAAM: smaragd pantsermeerval. |
|
MAXIMALE GROOTTE: wordt 7 tot 8 cm groot. |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: de vrouwtjes zijn veel rustiger en groter (8 cm) dan de slankere en kleinere (7 cm) mannetjes. |
Gemakkelijk houdbaar. |
HOUDBAARHEID: zijn eenvoudig te houden in een groepje in een niet te klein aquarium. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
kweek |
Zuurtegraad pH |
|
6,5 - 7 |
6,5 - 7 |
Totale hardheid °DH |
|
2 - 10 |
2 - 5 |
Temperatuur °C |
|
23 - 26 |
24 - 26 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Zuid-Amerika: Bovenloop van de Amazone; Rio Ucayali nabij Pucallpa en Rio Ambiyacu nabij Iquitos. |
|
|
|
BIOTOOP: wordt aangetroffen in het Amazonegebied. |
Scholenvis Bodembewoner. |
GEDRAG: het zijn typische scholenvissen, die zich gedragen als Corydorassen, waarop ze uiterlijk heel sterk gelijken. Ze snuffelen voortdurend in de bodem naar eetbaars. |
Alleseter. |
VOEDSEL:het zijn alleseters voor zover het voedsel op de bodem te vinden is. Ze houden zowel van droogvoer als van diepgevroren en levend voer. |
|
KWEEK: verloopt zoals bij Corydorassen, met het verschil dat het vrouwtje de eitjes stuk per stuk, meestal aan planten vastkleeft. Het water moet zeer zuiver en zeer zuurstofrijk zijn, zoniet gaat een groot deel van de jongen verloren. Na ongeveer 4 dagen zullen de eitjes uitkomen. Zodra het dooierzakje is opgebruikt (na ca. 1 dag) kunnen de jongen Artemia-naupliën aan. Vooral opletten dat er geen etensresten op de bodem achterblijven. Regelmatig water verversen. |
|
BIJZONDERHEDEN: |