|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: In 1906, door G. A. BouIenger, als Pelmatochromis pleurospilus in Trans. Zool. S0c., Londen, 17(6):567 |
|
SYNONIEM: Callochromis rhodostigma, C. stappersii, Pelmatochromis rhodostigma |
|
NEDERLANDSE NAAM: Regenboogcallochromis |
|
MAXIMALE GROOTTE: Dit is de kleinste Callochromis. De man is bij 10 cm volwassen. de vrouw wordt zelden groter dan 7 cm. |
Duidelijk |
GESLACHTSONDERSCHEID: Het eerste dat opvalt, bij opgroeiende mannen, is de witte tekening in de rugvin en de anaalvin. Later komen dan nog de schitterende regenboogkleuren te voorschijn. De vrouwtjes daarentegen blijven gewoon zilverkleurig met transparante vinnen. |
Meer vrouwtjes dan mannen |
HOUDBAARHEID: Bij deze sterke vis is maar een ding belangrijk en dat is de visbezetting van de bak: één koppeltje is te weinig, want de man zal de vrouw dan opjagen totdat ze sterft van uitputting. Het is beter twee mannen en vier vrouwen samen te plaatsen, zodoende hebben de mannen genoeg afleiding. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
8,3 - 9,2 |
7 - 8,5 |
8 - 8,5 |
Totale hardheid °DH |
|
|
|
Temperatuur °C |
24 - 27 |
24 - 27 |
26 - 27 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Afrika; Tanganjika Meer |
|
|
Fijn zand |
BIOTOOP: De ondiepe zandgebieden, zelfs aan de stranden, op amper 0,5 m diepte. |
|
GEDRAG: Zeer snelle en behendige zwemmers, die een grote bak met veel zwemruimte zeker op prijs zullen stellen. De bodem moet uit fijn zand bestaan, daar ze anders bij het zoeken naar voedsel beschadigingen zullen oplopen aan de kieuwen, vermits ze het opgehapte zand langs die weg terug naar buiten werken. |
Alleseters |
VOEDSEL: Alles wat maar in de bek past, zelfs droogvoer. Het verdient wel aanbeveling de vissen steviger te voeren wanneer men kweken wil, zodat de vrouvvtjes genoeg reserve hebben tijdens de broedperiode. |
|
KWEEK: Kan gewoon in de Tanganjikabak gebeuren, mits de pH op een wat hogere waarde gebracht wordt. Afzetting van de eieren geschiedt op de gebruikelijke wijze voor muilbroeders. Het gebeurt regelmatig dat een mannetje paart met meerdere vrouwtjes. Na 21 tot 28 dagen worden de jongen door het vrouwtje gelost. Ze kunnen meteen gevoerd worden met pas ontloken Artemia of Cyclops. |
|
BIJZONDERHEDEN: Wil men ten volle genieten van de kleurenpracht op de flanken van deze vis, dan moet men het aquarium belichten met felwit of Coolwhite lampen en zeker zorgen voor genoeg zuurstof in het water, maar dit geldt voor alle Tanganjikavissen. |