|
IDENTITEIT: orde: Atheriniformes; familie: Melanotaeniidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: In 1913, door M. Weber, als Rhombatractus crassispinosus, in "Nova Guinea" boek IX 4: 567 |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: Zilverregenboogvis |
|
MAXIMALE GROOTTE: Tot 90 mm, zonder staartvin |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: Vrouwtjes blijven slanker |
Gemakkelijk te verzorgen |
HOUDBAARHEID: Voelt zich thuis in een ruime bak. Grote open zwemruimte en dichte randbeplanting met o.a. Vallisneria, Ceratophyllum e.d. Steengroepen en kienhoutformaties met Javamos en -varen. Alkallsch water is aanbevolen. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
7,7 - 8,5 |
+7 |
+7 |
Totale hardheid °DH |
Minder belangrijk |
Temperatuur °C |
26 - 29 |
ca. 25 |
ca. 27 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Noorderhelft Nieuw-Guinea: Mamberamo-Rivier (lrian Jaya) tot Markham-Rivier (P.N.G.) |
|
|
|
BIOTOOP: Leven in zeer uiteenlopende milieus. Zonovergoten tot sterk beschaduwde traagstromende beekjes, snelstromende rivieren, poelen van watervallen. Meestal op rotsachtige bodem. |
|
GEDRAG: Zeer vredelievende aquariumvis, ook voor de gezelschapsbak. Bewegen zich hoofdzakelijk langs de voorruit heen en weer. |
Alleseters |
VOEDSEL: Lust alles. Best een afwisselend menu verschaffen, bestaande uit droogvoer, allerlei muggelarven en ander levend voer, af en toe wat groenvoer. Nooit teveel voeren in één keer en liefst slechts één maaltijd per dag. |
|
KWEEK: Eitjes worden afgelegd in dichte beplanting. Paringen kunnen enkele dagen duren. Daarna de eitjes of het ouderpaar verwijderen. Eitjes kippen na ca. 15 dagen bij 22-24°C. De jongen groeien zeer snel op. |
|
BIJZONDERHEDEN: |