|
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: ln 1866, door Günther, als Heros motaguensis in Transac. Zool. Soc. London 42462 |
|
SYNONIEM: Heros motaguensis, Astronotus motaguensis, Cichlasoma motaguense, Parapetenia motaguensis |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
|
MAXIMALE GROOTTE: Man 30 cm; vrouw 20 cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: De man bezit, naast een verlengde rugvin, een roder gekleurde staart, kop en hals. Oude grote mannen bezitten een gewelfd voorhoofd. |
Groot aquarium |
HOUDBAARHEID: ln een ruim aquarium (min. 150 cm) kan men, in het gezelschap van andere grote cichliden en grote katvissen, één koppel houden. De bak wordt ingericht met rotsen, wortels en platte stenen als afzetsubstraat. Wegens hun grote gevoeligheid voor stikstof bevattende afvalprodukten, is een ruime wekelijkse waterverversing of continu druppelsgewijs verversen aan te raden. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
7 - 8 |
7 - 8 |
7 - 8 |
Totale hardheid °DH |
|
|
|
Temperatuur °C |
20 - 30 |
20 - 22 |
20 - 30 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua. |
|
|
|
BIOTOOP: Allerlei, eerder kalme, plaatsen in het bekken van de volgende rivieren: de in de Atlantische Oceaan uitmondende Rio Motagua en alle in de Stille Oceaan mondende rivieren van Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua. |
Onverdraagzaam |
GEDRAG: Zeer agressief t.o.v. soortgenoten |
Gulzig |
VOEDSEL: ln het biotoop vooral kleine vissen. ln het aquarium: droogvoer, forellevoer, harde katte- en hondebrokken, wormen, insektelarven, runderhart en visvlees. Maar dan in grote hoeveelheden ! |
Ouderfamilie |
KWEEK: Voorziet hiervoor een bak van minimaal 400 l. Afhankelijk van de grootte en de ouderdom van de vrouw worden, liefst in een holte, tot 1500 eieren afgezet. De vrouw bewaaiert de eieren terwijl de man het territorium bewaakt. De jongen nemen snel Artemia-naupliën, watervlooien, muggelarven en fijngehakt runderhart. |
Polymorf |
BIJZONDERHEDEN: Na het uitkomen bekomen de jongen een zwarte lengteband als optisch signaal voor de ouders. Vroeger werd deze soort als een kleurvariant van Thorichthys friedrichsthalii (Heckel, 1840), aanzien (cfr. Carlus & Stawikowski,). - Doch dit zijn twee aparte soorten (volgens William Eschmeyer). |