Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1862 door A. Günther als Heros salvini in "Cat. Fishes Brit. Mus.", 4:294. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Cichlasoma salvini, Heros salvini, Nandopsis salvini | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Salvin's cichlide. | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 15 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: het mannetje is groter, heeft verlengde aars- en rugvinstralen en de kleuren zijn heviger. | |||||||||||||||||||||||||||||
Eenvoudig te verzorgen. Ook in tuinvijvers te verzorgen. |
HOUDBAARHEID: gemakkelijk houdbaar in een niet te klein aquarium (120x50x50 cm). Schuine en verticale rotspartijen en kienhout. Planten worden met rust gelaten. Alléén in het aquarium zijn het enigszins schuwe vissen, die we zelden te zien krijgen. Verdraagt een lage watertemperaturen (tot 16 °C), waardoor zij in de zomer in een tuinvijver kunnen gehouden worden. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Midden-Amerika; vanaf de Rio Papaloapam, in Zuidoost-Mexico, zuidwaarts in het Yucatan schiereiland en Belize tot aan de Sulfer Rivier in Guatemala. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: traag stromend water, dikwijls dichtbegroeide bodem, die gevarieerd van aard kan zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||
Onverdraagzaam onder elkaar. | GEDRAG: vooral onderling zijn deze cichliden zeer agressief, zelfs zeer jonge exemplaren. Voor het overige verschillen hun gedragingen weinig van deze van soortgenoten. | ||||||||||||||||||||||||||||
VOEDSEL: eten alles, maar met een duidelijke voorkeur voor levend dierlijk voedsel. | |||||||||||||||||||||||||||||
KWEEK: open broeders met vaste paarbinding. Zijn reeds geslachtsrijp bij 7-8 cm. Het legsel, dat tot 1000 lichte doorschijnende eieren kan oplopen, wordt afgezet op een schuin of verticaal substraat. De eitjes hebben een doormeter van ca. 2 mm. Komen uit bij 25 °C, na 4 dagen en nog 6-8 dagen later zwemmen de ca. 6 mm grote jongen vrij. Jongen kunnen gevoed worden met micro-aaltjes, Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. Het vrouwtje verzorgt het jongbroed, terwijl het mannetje meer het territorium verdedigt. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: bij de indeling van het geslacht Cichlasoma, door Regan, 1908, in 5 en door Miller, 1966 in 7 groepen onderverdeeld, werd deze soort in de groep Parapetenia ondergebracht. (NvdR: Studie's door Miller 2006, McMahan et al. 2015, en Říčan et al. 2016, plaatsen deze vis in het genus Trichromis - Bron: William Eschmeyer, Catalog of Fishes ) |