Foto: A. van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Siliriformes; familie: Clariidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: In 1758, door Linnaeus, als Silurus batrachus in Syst. Naturae 10:305 | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Clarius margur, Clarias marpus, Clarias punctatus, Macropteronotus batrachus, Macropteronotus magur | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: wandelende katvis (voorstel) in analogie met het Duits en het Engels | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: vijftig Centimeter | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: bij de mannetjes vertoont de rugvin een puntenpatroon | |||||||||||||||||||||||||||||
Kleine kieuwen | HOUDBAARHEID: stelt weinig of geen eisen aan de waterkwaliteit. Het aquarium inrrchten met zware stukken steen, kienhout en stevige planten. Omwille van de hoge afvalproductie een voorfilter voor "grofvuil" voorzien. Alles zeer goed en stevig afsluiten of hij is er "vandoor". Omwille van het luchthappen voorziet men best een geventileerde luchtlaag boven het wateroppervlak. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Azie met Sri Lanka, Indonesie | |||||||||||||||||||||||||||||
Overal verspreid | BIOTOOP: kleine waterlopen, moerassen, rijstvelden en irrigatiekanalen. Bij indrogen van zijn omgeving overleeft hij in het verhardend slijk. De enige beperkingen, qua biotoop, worden gevormd door de temperatuur en het zoutgehalte van het water. | ||||||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: verslindt alles wat niet groter is dan zichzelf. Verplaatst zich vrij vlot over het land en wordt daarom in vele talen de "wandelende katvis" genoemd. Volwassen dieren kunnen op het droge afstanden tot twee kilometer afleggen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Alleseter | VOEDSEL: alleseter! Van gekookte aardappelen tot geschraapt vlees. Als het maar afwisselend en veel is. | ||||||||||||||||||||||||||||
KWEEK: geschiedt normaal in vijvers of zij worden bij massa als jongbroed gevangen en tot consumptie opgekweekt. ln een groot bekken of binnenvijver, graven ze een nestkuil van ongeveer vijfentwintig centimeter diameter en dumpen er twee- tot vijf-duizend eieren in. De eieren kippen na twintig uren. Reken per nest op een opbrengst van vijfhonderd stuks. | |||||||||||||||||||||||||||||
Stekels! Niet dumpen! |
BIJZONDERHEDEN: in aquaria wordt meestal de albino variant gehouden. Bij het vastnemen van de dieren moet men uiterst voorzichtig zijn voor hun stekels. De prikken ervan zijn veel pijnlijker dan deze van inheemse katvissen. Laat deze dieren nooit los in een vijver. In Florida en de zuidelijke staten van de V.S. was dit de oorzaak van emstige milieuvervalsing en het verdwijnen van verschillende andere soorten. - Mag in de V.S. niet meer geïmporteerd worden. Bijgaande foto toont de albinovorm |