Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
IDENTITEIT: orde: Siluriformes; familie: Callichthyidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1962, door J. Knaack, als Corydoras sterbai in Senckenbergiana biologica 43(2):131 | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 5 à 6,5 cm | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: het verschil in grootte en de doorgaans dikkere buikpartij van het vrouwtje t.o.v. het slankere mannetje, laat je toe een gokje te wagen om de geslachten te onderscheiden. | |||||||||||||||||||||||||||||
Open bodemruimte voorzien Scholenvis |
HOUDBAARHEID: in het aquarium voldoende open bodemruimte voorzien, enkele plekjes dus waar je speciaal geen planten zet. Een andere vereiste is dat je deze zeer sociale diertjes in een school van zeker 8 à 10 stuks moet houden. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Brazilië: Rio Guaporé | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: de natuurlijke habitat van C. sterbai is de Rio Guaporé in Brazilië. Als water verlangen ze dan ook middel zacht water met een zuurgraad die rond een neutrale pH van 7 balanceert. Lagere waarden zouden volgens de literatuur de activiteit van deze vissen sterk verminderen. | |||||||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: vreedzaam | |||||||||||||||||||||||||||||
VOEDSEL: voedt zich in de natuur met alles wat zich op de bodem bevindt. In het aquarium geregeld enkele algtabletten van een of andere merk geven. Ook diepvriesvoedsel met in hoofdzaak rode, witte en zwarte muggenlarven. | |||||||||||||||||||||||||||||
KWEEK: in het aquarium gebeurt dit het gehele jaar door. Elk vrouwtje legt iedere keer 3 tot 5 eieren af en verzamelt deze in een soort huidplooi die gevormd wordt door de pectorale vinnen (borstvinnen). Daarna zoekt het vrouwtje een rustig plaatsje in het aquarium, meestal onder een stuk kienhout of een groot blad, om er het eierpakket veilig achter te laten. Dit gaat zo door tot alle eieren afgezet zijn en als "pakketjes" in de buurt van de andere gedeponeerd werden. Het totale aantal kan hierbij variëren van 80 tot 250. Het paar bewaakt deze broedplaats nadien tegen indringers. Afhankelijk van de watertemperatuur (tussen de 24 en de 26°C) komen de larvofiele C. sterbai na enkele dagen uit het ei. Als eerste voedsel zorg je best voor slootinfusie of moet je zelf een infusiekweek opzetten. | |||||||||||||||||||||||||||||
Opletten met scherp zand | BIJZONDERHEDEN: voor hun voedsel "snuffelen" de corydorassen de bodem af naar wat eetbaars, met hun korte gevoelige baarddraden. Dus geen scherpe bodembedekking toepassen zoals kwartszand. Ook moet je de kleur van de bodem niet te licht nemen maar veeleer donker. C. sterbai wordt al eens verward met C. haraldschultzi (Knaack 1962) welke echter een totaal andere soort is. |