|
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cyprinidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: In 1823, door Kuhl & van Hasselt, als Crossocheilus oblongus in Alg. bode voor het Jaar II (no. 35): 130-133 |
|
SYNONIEM: Crossocheilus siamensis, Epalzeorhynchus siamensis |
|
NEDERLANDSE NAAM: Vliegende vos |
|
MAXIMALE GROOTTE: Worden tot 14 cm in de natuur, maar blijven in het aquarium iets kleiner. |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: |
Groot aquarium |
HOUDBAARHEID: Zeer geschikt voor het grotere gezelschapsaquarium. Stellen weinig eisen en zijn niet schuw als het aquarium naar hun zin is ingericht. Donkere en zachte bodem (bodenvuil niet te zindelijk afhevelen). Helder water; actieve filter. Rijke aanplanting met bij voorkeur breedbladerige soorten. Allerlei houtwerk, waartussen schuil- en rustplaatsen ontstaan. |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
6,5 - 7,5 |
|
Totale hardheid °DH |
|
> 10 |
|
Temperatuur °C |
|
23 - 26 |
|
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Zuidoost-Azië: Thailand en Maleisië |
 |
 |
|
BIOTOOP: Houden zich vooral op tussen scholen barbelen en worden meestal samen gevangen en toevallig ingevoerd. |
Agressier tegenover soortgenoten |
GEDRAG: Vredelievend t.o.v. alle andere medebewoners, hoewel opvliegend en agressief tegenover soortgenoten. Deze karaktertrek neemt toe naarmate de ouderdom vordert. Behoeven wellicht in de vrije natuur een groot territorium, zodat een aquarium met gebruikelijke afmetingen te klein uitvalt. Hoewel het goede, beweeglijke zwemmers zijn, zullen we ze toch meestal aantreffen dicht bij de bodem, waar ze met hun onderstandige muil op zoek zijn naar al wat eetbaar is. Steunend op de borst- en buikvinnen rusten ze veelvuldig op de bodem, een breed blad of een stuk kienhout. |
Alleseter |
VOEDSEL: Nemen alles, ook algen (allerlei soorten) en ander groenvoer. Zelfs planaria versmaden ze niet ! |
Kweek onbekend |
KWEEK: Tot op heden zijn geen meldingen gemaakt van voortplanting in gevangenschap |
|
BIJZONDERHEDEN: Meestal algemeen gekend als Epalzeorhynchos siamensis. In 1986 door P. M. Banarescu overgebracht naar het geslacht Crossocheilus. Lijkt zeer goed op E. kalopterum, die beter bekend en meer verspreid is. Crossocheilus oblongus mist de zwarte bandtekening in de rug- en buikvinnen. Vrij zeldzaam ingevoerd. Lokale naam: 'pla lab mue nang' (juffer vingernagelvis). Consumptievis voor de plaatselijke bevolking. |