Devario devario
(Hamilton 1822)

Devario devario
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen

IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cyprinidae.
EERSTBESCHRIJVING: In 1822, door F. HamiIton, als Cyprinus devario, in Fishes Ganges: 341.
SYNONIEM: Danio devario
NEDERLANDSE NAAM:
MAXIMALE GROOTTE: 10cm
GESLACHTSONDERSCHEID: De mannetjes zijn slanker en iets feller gekleurd, o.a. in de aarsvinstreek: de aarsvin en de onderste staartvinlob kleuren wat feller oranje wanneer ze paailustig zijn.
HOUDBAARHEID: Gemakkelijk houdbaar. Groot aanpassingsvermogen. Wel is een aquarium van minimaal één meter aan te raden voor deze onvermoeibare zwemmers. In een schooltje te houden.
DIERENRIJK
Z h XVI 19
       
 
Milieu (*) Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 7 - 8
Totale hardheid °DH 3 - 19
Temperatuur °C 26 - 31,5 25 26 - 27
Geleidbaarheid µS 77 - 730
  (*) Metingen gedaan te Sri Lanka, Habarana (2 biotopen) Kantalai en de omgeving van Wilpattu.Periode 27-7-82 tot 2-8-82.
VERSPREIDING: Noordelijk India van Sind (Pakistan) tot Assam (Cfr de literatuur, doch waarschijnlijk ook in de rest van India. vermits wij de vissen op Sri Lanka vingen) Ook Bangladesh en Nepal
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Bij voorkeur in het stromende tot zelfs zeer snel stromende water van kleine en middelgrote rivieren. Overleeft echter ook de droogteperiode in de grootste restplassen in de rivierbeddingen. Water in twee gevallen volstrekt ondoorzichtig door waterbloei (bruin en groan) of leem. Aangetroffen planten: Aponogeton natans, Marsilea quadrifolia en Cryptocoryne spec..
GEDRAG: Onvermoeibaar zwemmende soholenvis. ls duideliik ongelukkig als de plantengroei de beschikbare aquariumruimte teveel in beslag neemt. Zwemt meest in de bovenste waterlaag. Vreedzaam, zowel onderling als tegenover andere vissen. Beschadigt de planten niet.
VOEDSEL: Dierlijk voer: hetzij levend, uit de diepvries of als droogvoer. Lust ook plantaardig droogvoer. Neemt enkel voedsel aan het wateroppervlakte of zinkend, echter niet van de bodem.
KWEEK: Best een niet te kleine kweekbak, wegens het grote aantal jongen,(b.v.70x30x30cm), maar ook in een kleinere wil het wel lukken. Waterhardheid of pH van geen doorslaggevend belang. Temperatuur 26 - 27°C. Afzetmat of -rooster. Licht niet afschermen. Javamos of Myriophyilum als afzetmateriaal. Eitjes komen uit na 24 uur. Larven hangen aan ruiten en planten. Jongen kunnen, als ze vrij gaan zwemmen, direct Artemia-nauplii eten. De groei is zeer snel. Het afhevelen van afval en uitwerpselen regelmatig uitvoeren (grote eters) !
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
H. Voet, maart 1991
Laatst bijgewerkt op: 14-06-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE