Foto: Luc Coppens
IDENTITEIT: orde: Gasterosteiformes; familie: Gasterosteidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1758 door C. Linnaeus als Gasterosteus aculeatus in "Systema Naturae" 10de ed. :295. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: driedoornig stekelbaarsje; kraaivis; kuiter; kuitschieter; paddesteker; roodbek; stekebak; stekel; stekelbaars; stekelspoor. | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 9 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: gemakkelijkst in de paaitijd: Mannetje kleurt rood op keel, kaken en borst; oogiris blauw. Vrouwtje met zilverachtige buik en flanken. | |||||||||||||||||||||||||||||
Groot territorium, centrum is een open plek aan de voet van een plant. | HOUDBAARHEID: zonder problemen als men met de territoriumvorming rekening houdt: één volwassen mannetje kan in een klein aquarium, doch voor twee is reeds een erg groot aquarium vereist. Vrouwtjes enkel in een zeer grote bak permanent met een mannetje tezamen houdbaar. Inrichten met een randbeplanting, welke een open zandplekje overkoepelt. Water van zuiver zoet- tot puur zeewater. Levensduur ± 2 jaar, zelden tot 4 jaar. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Europa; Oost-Azië; Noord-Amerika (Alaska inbegrepen); Noord-Afrika; Japan; Groenland; IJsland. In zee niet zuidelijker dan Ierland en de Noordzee. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: allerlei zuurstofrijke wateren met begroeiing: langs oevers van rivieren en beken met niet te grote stroomsnelheid, estuaria met brak water en in zee tussen algen of zeegras, ook in ondiepe plassen en overgelopen weiden, zelfs in zure heideplassen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Man is een zeer agressieve territoriumverdediger. | GEDRAG: jonge dieren en vrouwtjes zwemmen in de natuur vaak in scholen tezamen op plaatsen met weinig plantengroei; bij voldoende dekking, o.a. in een beplant aquarium, verspreiden ze zich. Mannetjes verdedigen in de paaitijd een territorium tegen al wat beweegt. Niet kuitrijpe vrouwtjes en mannetjes zonder territorium worden verjaagd, wat in een klein aquarium onmogelijk is, zodat er doden vallen. | ||||||||||||||||||||||||||||
Uitsluitend levend voer! | VOEDSEL: Daphnia; Cyclops; muggenlarven; Tubifex; stukjes van kleine aardwormen; enz... | ||||||||||||||||||||||||||||
Buitengewoon interessant om zien, gemakkelijk, Broedverzorgend. Nestbouwend op de bodem. Let op het aantal rugstekels bij de wijfjes, verwarring met die van de tiendoornig stekelbaarsje is mogelijk. Beide soorten kruisen niet! |
KWEEK: voortplantingstijd: maart-juli. Mannetjes vangen in 't voorjaar (op kamertemperatuur overwinterde exemplaren gaan niet tot voortplanting over). Nest is een kuiltje, gevuld met een nierafscheiding aan elkaar gekleefde plantendelen (eventueel ingewaterde stukjes touwvezel verstrekken), waardoor een tunneltje loopt. Pas na de bouw een kuitrijp (dik) vrouwtje vangen en inbrengen, want zelfs kort in een apart aquarium bewaarde vrouwtjes verliezen voortijdig hun kuit. Balts en eiafzetting volgen meestal onmiddellijk, nadien het vrouwtje uitvissen. Meerdere vrouwtjes kunnen elk 50 à 100 eitjes afzetten in hetzelfde nest. Man ventileert de eieren en de larven, welke na 8-15 dagen uitkomen. Opfok: rader- of pantoffeldiertjes en Artemia-naupliën. | ||||||||||||||||||||||||||||
Vier rassen. | BIJZONDERHEDEN: geen echte schubben, lichaam naakt of bedekt met beenplaten. Naar gelang het aantal beenplaten onderscheidt men vier rassen: - Gasterosteus aculeatus forma trachura
In België:- G. aculeatus f. semiarmata - G. aculeatus f. gymnura - G. aculeatus f. holohymnura (leiurus) kust en Laag-België: vnl. G. aculeatus f. trachura en G. aculeatus f. semiarmata Midden-België: vnl. G. aculeatus f. semiarmata en G. aculeatus f. gymnura Hoog-België: vnl. G. aculeatus f. gymnura. |