(Gunther, 1894)
Foto: Archief BBAT
Foto: Archief BBAT
| IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: In 1894, door A. Gunther als Chromis burtoni tn Proc. Zool. Soc. London 1893 : 631 | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: Haplochromis burtoni - Tilapia nadinae | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: Groeien uit tot 9-12 cm, doch nakweek bereikt zelden meer dan 8 cm. Toch is het niet onmogelijk dat ze tot volle grootte uitgroeien. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: De vrouwtjes zijn kariger gekleurd. Zij vertonen ook eivlekken, maar deze zijn minder talrijk en slechts zwak aangeduid. | |||||||||||||||||||||||||||||
| HOUDBAARHEID: Middelgroot tot groot speciaalaquarium. Matig plantenbestand. Drijfplanten. Open zwemruimte . Meerdere schuilplaatsen voor de zwakkere dieren en de vrouwtjes voorzien. | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Afrika; Tanganjika-, Tchad- , Edward-, Kivu- en Albertmeer plus samenhangende rivieren | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: Niet endemisch in het Tanganjikameer. Kent ook een ruime verspreiding in Centraal- en Oost-Atrika o.a. in het Tchad-. Edward-, Kivu- en Albertmeer en alle daarin uitmondende rivieren. Bevolken slechts de oevers van deze waters tot enkele meters diepte. Wellicht wegens hun grote verspreiding, komen meerdere afwijkingen van het standaardtype voor, o.a. in het aantal eivlekken op de aarsvin. | |||||||||||||||||||||||||||||
| Kan vrij oud worden | GEDRAG: Tamelijk vredelievend, doch agressiet in de paartijd. Mag met andere soorten samengehouden worden. Vertonen verschillende kleur- en tekeningspatronen, afhankelijk van de stemming. Bij goede verzorging kunnen ze meer dan tien jaar oud worden. | ||||||||||||||||||||||||||||
| VOEDSEL: Nemen alle, liefst krachtig voedsel: kleine regenwormen, muggelarven, geschraapt vlees, e.a.. ook geweekte havervlokken. | |||||||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: Vrijlegger: zetten de eitjes af op een vlakke steen of in een ondiepe kuil. Vrouwtje neemt de eieren in de muil en bij het happen naar de vermeende eitjes op de aarsvin van het mannetje, zou deze door die prikkel homvocht afscheiden. Daarna heeft net vrouwtje vooral rust nodig, ze trekt zich terug in een schuilplaats. Mannetje wegvangen indien het aquarium te klein is. Ontwikkeling duurt 15-18 dagen, naargelang de temperatuur. Het moedertje bewaakt, verzorgt en voedt het broed zeer zorgvuldig. Ze kauwt grovere voedselstukken en spuwt ze fijner verdeeld uit. Bijvoeren met fijn stofvoer en Artemia. Eerst nu begint het vrouwtje zelf opnieuw te eten. De opkweek is verder zonder problemen. Bij goede verzorging kunnen de ouderdieren na een viertal weken opnieuw ter kweek samengebracht worden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: |
