Hasemania nana(Lütken (ex Reinhart), 1874)
Foto: Arend van den Nieuwenhuizen
|
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Characidae, onderfamilie: Tetragonopterinae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1874, door C. F. Lütken, naar gegevens van J. Reinhart, als Tetragonopterus nanus in Overs. Danske Vidensk. Selsk. Forh. Kjobenhavn 1874(3):133 |
|
SYNONIEM: Hasemania melanura - H. marginata - Tetragonopterus nanus |
|
NEDERLANDSE NAAM: koperzalm. |
|
MAXIMALE GROOTTE: tot ± 5 cm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: volwassen mannetjes tonen op een geelgroene ondergrond een prachtige koperkleurige glans en zijn feller gekleurd dan de vrouwtjes die veeleer bruinachtig glanzen. De punten van de rug-, aars- en staartvin zijn wit gevlekt en zeer herkenbaar voor soortgenoten. De kieuwdeksels vertonen een zilverachtige glans. Vanuit de staartvin vertrekt een spits toelopende zwarte lengteband naar het midden van het lichaam. Paairijpe vrouwtjes hebben een dikkere buikpartij |
Scholenvis |
HOUDBAARHEID: scholenvis, minstens met een 15-tal soortgenoten samenhouden. Doe het één stel niet aan in een aquarium te moeten "overleven". Houden van beschaduwde plaatsen of toch enigszins gedempt licht (drijfplanten aanwenden) en een donkere bodem. Het water een weinig aanzuren (filteren over aquariumturf) |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
4 - 6,5 |
5,5 - 7 |
5 - 6,5 |
Totale hardheid °DH |
5 |
5 - 10 |
5 |
Temperatuur °C |
20 - 25 |
22 |
22 - 25 |
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Zuidoosten van Zuid-Amerika, in Rio Sao Fransisco, tussen Oost- en West-Brazilië. |
|
|
Lichtzuur water |
BIOTOOP: de vis komt zowel voor in beddingen van bosbeken en kleine rivieren, als in wit- en zwartwaterbiotopen. De pH varieert er tussen 4,0 en 6,5. |
|
GEDRAG: vreedzame scholenvis voor het gezelschapsaquarium. Levendige zwemmers. In een té klein aquarium kunnen onderling "strubbelingen" ontstaan tussen de mannetjes die dan een territoriumgedrag gaan vertonen |
Omnivoor |
VOEDSEL: omnivoor (alleseter). Voedt zich in de natuur met zoetwaterplankton, allerlei kleine insecten en hun larven. In het aquarium kan allerlei diepvriesvoedsel, dat de geschikte grootte heeft, aangewend worden. Droogvoervlokken worden bovendien zeer graag gegeten in alle soorten en van alle merken. |
Vrijlegger |
KWEEK: vrijlegger. In een speciaal kweekaquarium veel fijnbladige planten inbrengen en de temperatuur niet hoger dan 25°C instellen. Vooraf veel water verversen (liefst met gezuiverd regenwater) en geregeld met levend voedsel voederen. Het water aanzuren met een turfextract of over turf filteren. Eén mannetje wordt bij één of meerdere vrouwtjes gezet. De eitjes, die vrij tussen de planten uitgestoten worden, komen bij 23°C reeds uit na ±24 uur. Na de eerste dagen infusie te hebben toegediend, kan al snel worden overgeschakeld op vers ontloken Artemia. Net uitgekomen jongen zijn met het blote oog zeer moeilijk te ontdekken. |
|
BIJZONDERHEDEN: deze vis wordt al eens verward met Hemigrammus nanus. De koperzalm is echter eenvoudig te onderscheiden omdat hij geen vetvin bezit |