|
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Cyrinidae. |
|
EERSTBESCHRIJVING: in 1943, door P. E. P. Deraniyagala, als Horadandia atukorali, in Jour. Ceylon Branch Royal Asiatic Soc. v. 35 (nr. 96, pt 4):159 (?183) |
|
SYNONIEM: |
|
NEDERLANDSE NAAM: |
|
MAXIMALE GROOTTE: 30 mm |
|
GESLACHTSONDERSCHEID: is bij deze kleine scholenvis niet gemakkelijk. Kuitrijpe vrouwtjes onderscheiden zich door hun dikkere buikpartij van de slankere mannetjes |
Zacht en lichtzuur water Stressgevoelig |
HOUDBAARHEID: in een ruime school houden. Hoort thuis in een goed beplant aquarium met zuiver, zacht en lichtzuur water. Houden in een speciaalaquarium of in Aziatisch gezelschap: Barbus-soorten, Rasbora-soorten, kleine labyrintvissen... Is zeer stressgevoelig. Opletten bij het uitvangen, het transporteren en het inbrengen in het aquarium (druppelmethode toepassen). Zodra aangepast aan hun omgeving, schitteren ze als juweeltjes |
|
|
Milieu |
Aquarium |
Kweek |
Zuurtegraad pH |
|
6 - 7,5 |
|
Totale hardheid °DH |
|
2 - 12 |
|
Temperatuur °C |
24 - 33 |
24 - 28 |
|
Geleidbaarheid µS |
|
|
|
|
|
VERSPREIDING: Sri Lanka, Zuid-India (Kerala) |
|
|
|
BIOTOOP: wordt aangetroffen in poelen, in langzaam stromend water en tussen de oeverbeplanting van grote vijvers. Komt er voor in grote scholen. |
Scholenvis |
GEDRAG: typisch scholenvisje. Is rustig en bescheiden |
Klein levend voedsel |
VOEDSEL: klein levend voedsel dat in hun bekje past (grindalwormpjes, kleine Daphnia, enz... ) en fijn droogvoer. |
|
KWEEK: een ruim en goed beplant aquarium met zacht en lichtzuur water vullen. Een schooltje inbrengen en niet verstoren. Spaarzaam gevarieerd levend voedsel toedienen. Zodra gewend aan de omgeving leggen de visjes spontaan eitjes af tussen de planten. De zeer kleine jongen aanvankelijk infusoriën toedienen, later Artemia-naupliën. |
|
BIJZONDERHEDEN: men heeft lang aangenomen dat deze soort endemisch voorkwam op Sri Lanka tot er begin de jaren 90 ook in Zuid-India exemplaren gevangen werden. |