Foto: René Wouters
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Characidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1934 door H. W. Fowler als Hemigrammus erythrostigma in "The Fish Culturist", 22(5):33. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Hyphessobrycon callistus rubrostigma, Hyphessobrycon rubrostigma | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: bloedvlektetra. | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: 6 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
Gemakkelijk te zien. | GESLACHTSONDERSCHEID: niet moeilijk, de man heeft een uitgegroeide rugvin die tot ver achter de staartvin kan reiken. Vrouwtje iets matter van kleur en dikker in de buik. Zij blijft ook wat kleiner. | ||||||||||||||||||||||||||||
Goed te houden. | HOUDBAARHEID: gemakkelijke aquariumvissen. Ze stellen prijs op een donkere bodem en donkere wanden, schuilmogelijkheden en weinig licht van bovenaf. Zo gehouden zijn ze het mooist. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Colombia; bovenloop van de Amazone. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: hierover is maar weinig bekend, maar we kennen hun gedrag in het aquarium. Daaruit is af te leiden dat hun biotoop een overschaduwd, niet al te helder water zal zijn, waarschijnlijk met een donkere humusbodem. Hieruit volgt weer: zacht en lichtzuur water. | |||||||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: vredelievende scholenvis. Houdt van gezelschap. Onophoudelijk in beweging in de school. Soms verwijderen ze zich uit de school om te schuilen in de randbeplanting, waaruit ze dan na een tijdje weer opduiken in hun prachtigste kleuren. | |||||||||||||||||||||||||||||
Alleseter. Eet tamelijk veel. |
VOEDSEL: is tevreden met alle voedsel. Veel afwisseling noodzakelijk. Is verzot op alles wat leeft. Is voor een Hyphessobrycon een tamelijk grote eter. | ||||||||||||||||||||||||||||
Niet voor de beginners. | KWEEK: zeer moeilijk! Weinig over bekend. Steller heeft met deze vissen wel enige
ervaring, maar lukte er nooit in ermee te kweken. Een zeer bruikbaar en uitgebreid kweekverslag is er te vinden
in Aquariumwereld 34(3):50 en 34(9):185, van Peer Koppenaar. Samengevat als volgt: De
vissen goed observeren in de school, een gelijkgeaard stel uitscheppen in een grote kweekbak (min. 50x30x30
cm), opgeteld op een duistere plaats. Turfpluis op de bodem, zeer zacht en lichtzuur water (vissen overwennen).
Ze zouden dan vlot afzetten op de manier van Hyphessobrycon-soorten. De eitjes ontluiken na 24 uren.
De jongen zwemmen vrij na 5 dagen, bij een temperatuur van 25 °C. Pas ontloken Artemia wordt
direct genomen. Groeien traag. Pas geslachtsrijp na 1 jaar. De kweek lukte nooit met jonge dieren. |
||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |