Foto: J. Lambinon
IDENTITEIT: orde: Cypriniformes; familie: Characidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1960 door J. Géry als Megalamphodus roseus in "Senckenbergiana Biologica", 41(1):26-29. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: |
|||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: gele fantoomzalm. | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: ca. 3 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: de iets kleiner blijvende vrouwtjes zijn, vooral wanneer ze kuitrijp zijn, veel ronder dan de altijd slanke mannetjes. | |||||||||||||||||||||||||||||
Eenvoudig te verzorgen. Echte scholenvissen. |
HOUDBAARHEID: eenvoudig houdbaar karperzalmpje dat weinig eisen stelt. indien we van de volle kleurenpracht willen genieten, dan is een goed beplant aquarium met veel schaduwpartijen noodzakelijk. Aangezien ze eerder klein blijven, zijn ze geschikt voor het kleinere aquarium maar zullen toch pas op hun gemak zijn wanneer ze in een niet te klein schooltje gehouden worden. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Frans Guyana. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: wordt aangetroffen in de bovenloop van de Maroni, in de Tampoc en de Litany. | |||||||||||||||||||||||||||||
GEDRAG: zeer vreedzaam diertje dat zich bij uitstek zal ophouden op een donkere plaats in het aquarium. Ze bevolken de middenlaag en passen dus goed samen met tal van andere in vorm en kleur contrasterende zalmpjes. | |||||||||||||||||||||||||||||
Uitsluitend levend voer. | VOEDSEL: het zijn eerder kleine vissen; daarom zorgen we voor aangepast klein levend voer zoals watervlooien, Cyclops en Tubifex. Wanneer ze groter worden, dan zullen ze met veel plezier muggenlarven eten. | ||||||||||||||||||||||||||||
Eitjes worden gemakkelijk wit. | KWEEK: de kweek is zeer goed te vergelijken met de verwante Pristella
riddlei. Een klein bakje van ca 30x30x20 cm volstaat. Alleen in zachtzuur water hebben we kans op
succes. Aangezien het vrijleggers zijn kan een plastic "grasmatje" zeer goede diensten bewijzen. Het aquariumwater wordt op temperatuur gebracht en na het inbrengen van het paartje verduisteren we alles. Normaal zal binnen de 24 uren de eiafzetting hebben plaatsgevonden. We doen er best aan de ouders te verwijderen, zoniet worden de eitjes door de ouders gegeten. Na ca. 24 uren komen de jongen uit. Deze zijn betrekkelijk klein en dienen na één dag te worden gevoed met het kleinste voedsel (b.v. pantoffeldiertjes). Na enkele dagen kunnen we reeds overschakelen op Artemia-naupliën. Nestjes van 50 stuks zijn reeds een succes. |
||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |