(Pellegrin. 1929)
Foto: Paul De Waegeneer
Foto: Paul De Waegeneer
| IDENTITEIT: orde: Atheriniformes; familie: Cyprinodontidae. | |||||||||||||||||||||||||||||
| EERSTBESCHRIJVING: ln 1929, door J. Pellegrin, als Haplochilus zebra, in Bull. Soc. Zool, France 54:642. | |||||||||||||||||||||||||||||
| SYNONIEM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| NEDERLANDSE NAAM: | |||||||||||||||||||||||||||||
| MAXIMALE GROOTTE: Het mannetje kan tot 6 cm, het vrouwtje tot 5 cm uitgroeien. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GESLACHTSONDERSCHEID: De mannetjes zijn licht blauw. Op de rug zijn ze donkerder en de buikzijde is wit. De rugvin is verdeeld in twee gelijke delen : de onderste helft is licht geel; de bovenste licht blauw. De kleuren vloeien in elkaar in het midden. De aarsvin is het tegenovergestelde van de rugvin. De staartvin is licht blauw, de buikvinnen licht geel en de borstvinnen zijn kleurloos. Fijne zwarte lijntjes tekenen de schubben f. ln het midden van het lichaam zijn die lijntjes verbreed tot 5 à 6 opvallende dwarsstrepen. De vrouwtjes zijn minder gekleurd en alle vinnen zijn kleurloos./td> | |||||||||||||||||||||||||||||
| HOUDBAARHEID: Ze hebben een levensduur van ongeveer één jaar. Ze houden van stromend water en zwemmen meestal tegen het wateroppervlak aan. De temperatuur houden we van 16°C tot maximum 22°C. | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
| VERSPREIDING: Afrika: Republique du Congo. Mogelijk ook in Gabon. | |||||||||||||||||||||||||||||
 |
 | ||||||||||||||||||||||||||||
| BIOTOOP: Ze leven in stromend, zeer zuurstofrijk, zacht water. Voor een killie, hebben ze toch een vrij groot verspreidingsgebied. lk heb ze gevangen in Ogou en Zanaga. Er zijn beslist nog meerdere vindplaatsen in de Republique Populaire du Congo en vermoedelijk zijn ze ook te vinden in Gabon. | |||||||||||||||||||||||||||||
| GEDRAG: De mannen zijn zeer agressief tegenover andere mannen. Bij het benaderen van een vrouwtje (voor de paring), wordt ook hardhandig opgetreden. | |||||||||||||||||||||||||||||
| VOEDSEL: Ze nemen alle levend voedsel, zelfs droogvoer (van goede kwaliteit) wordt gretig gegeten. | |||||||||||||||||||||||||||||
| KWEEK: De eieren worden afgezet in de traditionele mop. We verzamelen die eitjes en bewaren ze in stromend water. (De uitstroom van een actieve filter is daartoe bijzonder geschikt.) De eieren kippen na ongeveer 20 dagen en de jongen nemen onmiddellijk Artemia-naupliën. | |||||||||||||||||||||||||||||
| BIJZONDERHEDEN: Lyne Parenti, 1981, plaatst het genus Hypsopanchax in de familie Poeciliidae (onderfamilie Aplocheilichthyinae, orde Cyprinodontiformes. |
