Photo: OpenCage.info Source, (edit by BBAT), CC BY-SA 2.5
IDENTITEIT: orde: Siluriformes; familie: Siluridae. | |||||||||||||||||||||||||||||
EERSTBESCHRIJVING: in 1839 door A. Valenciennes als Silurus bichirrhis in Cuvier & Valenciennes, "Histoire Naturelle des Poissons", Paris, 14:367. | |||||||||||||||||||||||||||||
SYNONIEM: Cryptopterichthys bicirrhis, Cryptopterus amboinensis, Kryptopterichthys palembangensis. | |||||||||||||||||||||||||||||
NEDERLANDSE NAAM: Indische glasmeerval; kristalwels. | |||||||||||||||||||||||||||||
MAXIMALE GROOTTE: tot 10 cm. | |||||||||||||||||||||||||||||
GESLACHTSONDERSCHEID: geen duidelijke uiterlijke verschillen bekend. | |||||||||||||||||||||||||||||
Steeds importdieren! | HOUDBAARHEID: de vissen geven een indruk van teerheid en zwakte, maar dat zijn ze geenszins. Alleen dienen we er rekening mee te houden dat het steeds om importen gaat welke, bij aankoop, nog niet zijn aangepast. Quarantainebak voor hen alleen! Helder en zuurstofrijk water. matig belicht aquarium; dakvormende beplanting (drijfplanten en/of guirlandeplanten). Watersamenstelling speelt een ondergeschikte rol; mag gerust hard zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
VERSPREIDING: Achter-Indië; Java; Borneo; Malakka; Thailand; Sumatra. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIOTOOP: overschaduwde oevers met licht tot matig stromende waters. Nooit in open, zonbeschenen watergebieden. Steeds in schoolverband. | |||||||||||||||||||||||||||||
Vredelievend. Geen druk gezelschap. Groepsverband. Schemeringsdieren. |
GEDRAG: aanvankelijk zijn de dieren zeer schrikkerig en vatbaar voor allerlei ziekten. Ze zijn zelf zeer vredelievend, maar kunnen niet wennen aan het gezelschap van drukdoende vissen. Vertonen een sterk ontwikkelde groepsgeest en moeten met minstens 6 exemplaren samen gehouden worden. Alleen de zieke dieren worden uit de groep gesloten. Staan dikwijls samen, licht schuin opwaarts gericht, als bij een "burenpraatje". Houden van een lichte stroming in het water (= zuurstoftoevoer). Schemeringsdieren: voedsel bij voorkeur 's avonds toedienen. De baarddraden zijn niet alleen een tastorgaan maar bevatten ook smaakpapillen. Een Indische glasmeerval spuwt zelden een eerder genomen prooi terug uit. | ||||||||||||||||||||||||||||
Niet kieskeurig. | VOEDSEL: nemen alle voedsel aan, met een voorliefde voor levend voer i.z. insectenlarven. | ||||||||||||||||||||||||||||
KWEEK: tot heden is over de voortplanting weinig bekend. | |||||||||||||||||||||||||||||
BIJZONDERHEDEN: |