Melanochromis loriae
Johnson, 1975

Melanochromis loriae
Foto: Luc Coppens

IDENTITEIT: orde: Perciformes; familie: Cichlidae.
EERSTBESCHRIJVING: ln 1975, door D. S. Johnson als Melanochromis loriae in Today's Aquarist v. 2 (no. 1) 15-25
SYNONIEM: Melanochromis parallelus
NEDERLANDSE NAAM: Witte auratus
MAXIMALE GROOTTE: tot 10 cm groot
GESLACHTSONDERSCHEID: De mannetjes hebben. op een donkere tot zwarte ondergrond, twee evenwijdige blauwe lengtestrepen. De vrouwtjes hebben dezelfde tekening, maar bij hen zijn de basiskleuren vuilwit tot geel. Onderdrukte mannetjes verbleken sterk en kunnen voor vrouwtjes gehouden worden.
HOUDBAARHEID: Grote ruimte met veel schuilmogelijkheden, gevormd door stevig opgestapelde stenen met holen en spleten. Zandbodem: Hierin wordt met tussenpozen gegraven. Beplanting niet noodzakelijk; slechts robuuste soorten aanwenden en de wortels afdekken met vlakke stenen. Enig drijfgroen.
DIERENRIJK
Z h XXXIV 68
       
Milieu Aquarium Kweek
Zuurtegraad pH 7,5 - 8,5 7,5 - 8,5
Totale hardheid °DH >10 >10
Temperatuur °C 23 - 25 23 - 25
Geleidbaarheid µS
VERSPREIDING: Afrika, Malawi-meer, westelijke oever
Kaart voorkomen
BIOTOOP: Endemisch in het Malawimeer, meer bepaald de westelijke oever van het meer. o.a. rond de N'Khata baai. Komt vooral voor in eerder ondiep water, dicht bij de rotskusten.
GEDRAG: Mannetjes zijn nogal agressief t.o.v. elkaar en ook tegenover andere mannelijke geslachtsgenoten; een mannetje zal dan ook volstaan. tenzij het aquarium uitzonderlijk groot zou zijn.
VOEDSEL: Rijk gevarieerd menu, bestaande uit allerlei levende voedseldieren; ook groenvoer onder de vorm van algen, sla, ... ed.
KWEEK: Muilbroeders. Na het afzetten der eitjes op een gereinigde plaats, neemt het vrouwtje het legsel in de muil tot de larven in staat zijn vrij te zwemmen. Dit duurt. afhankelijk van de temperatuur, iets meer dan drie weken. Tijdens die periode eet het vrouwtje weinig. ls het aquarium druk bevolkt, dan is het raadzaam het vrouwtje voorzichtig uit te scheppen met een vangklok en over te brengen in een afzonderlijk aquarium met identieke watersamenstelling en temperatuur. Na het vrijzwemmen kan men nog gedurende ongeveer veertien dagen enige vorm van broedzorg blijven vaststellen, o.a. het opnieuw in de muil nemen bij gevaar. Die broedzorg neemt vlug af. Artemia-nauplien en fijn gezeefd slootvoer als eerste voedsel. Het opkweken der jongen stelt geen problemen.
BIJZONDERHEDEN:
Bewerkt door:
Luc Coppens, oktober 1990
Laatst bijgewerkt op: 26-05-2017
   naar Aquariumwereld Delen - Mailen - Bewaren
AANGEBODEN DOOR
AQUARIUMWERELD
UW MAANDBLAD VOOR AQUARIUM- EN TERRARIUMKUNDE